Aanwijzende voornaamwoorden

Hoe zat het ook alweer?
Zelfstandige naamwoorden gebruiken we voor mensen, dieren en dingen.

Persoonlijke voornaamwoorden gebruik je in plaats van een zelfstandig naamwoord. Je kan er geen lidwoord voor zetten.

Bezittelijke voornaamwoorden geven een eigendom weer.


1 / 7
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 7 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ook alweer?
Zelfstandige naamwoorden gebruiken we voor mensen, dieren en dingen.

Persoonlijke voornaamwoorden gebruik je in plaats van een zelfstandig naamwoord. Je kan er geen lidwoord voor zetten.

Bezittelijke voornaamwoorden geven een eigendom weer.


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan aanwijzende voornaamwoorden aanwijzen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Het aanwijzend voornaamwoord wijst (bijna) letterlijk 
iets of iemand aan.

Bijvoorbeeld:
Deze ketting vind ik het mooist.


Slide 3 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Voorbeelden:

die, dit, dat, deze, zulk, zulke(n), diegene(n), datgene(n), degene(n), dergelijke(n), zo'n

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
Dit of dat gebruik je wanneer je het lidwoord 'het' gebruikt.

Deze of die gebruik je wanneer je het lidwoord 'de' gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
Die jongen is de slimste van de klas.

Dit spelletje is erg leuk!

Ik vind dat vrolijke meisje erg leuk

Hij heeft net zulke mooie schoenen als Mark.

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
We doen vijf voorbeeldopgaven samen.

Daarna ga je zelf aan de slag op Gynzy.

Slide 7 - Tekstslide