H5.3 Het ontstaan van de Arabische wereld

H5 'Mensen en regels'


cursus 5.3 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5 'Mensen en regels'


cursus 5.3 'Het ontstaan van de Arabische wereld'


Tijdvak 3: Monniken en ridders (500-100)

Periode 2: Middeleeuwen (500-1500)

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Uitleg
  • Lesdoelen evalueren

Denk aan de opdrachten die je moet inleveren!


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Waarom verdeelde Karel de Grote zijn rijk in graafschappen?
A
Omdat hij dat beloofd had aan zijn edelmannen.
B
Omdat het rijk te groot was om alleen te besturen.
C
Dat was makkelijker, want dan kon hij andere dingen doen.
D
Karel had ridders nodig voor zijn leger.

Slide 4 - Quizvraag

Waar heeft Willibrord voor gezorgd in Nederland?
A
Dat de mensen in Nederland christen werden.
B
Dat de mensen in Nederland in meerdere goden gingen geloven.
C
Dat de mensen in Nederland moslim werden.
D
Dat de mensen in Nederland te eten kregen.

Slide 5 - Quizvraag

Welke 3 groepen waren er in de middeleeuwen?
A
Boeren, ridders en horigen
B
Geestelijken, boeren en ambachtslieden
C
Edelen, boeren en horigen
D
Boeren (horigen), geestelijken en edelen.

Slide 6 - Quizvraag

Welke 4 plichten had een horige?

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wie Mohammed is. 

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur. 

  • Je kunt een voorbeeld noemen van een vreedzaam contact en een vijandig contact tussen christenen en moslims. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wie was Mohammed
  • Mohammed leefde van 570-632 n. Chr. 

  • Mohammed was een profeet: een boodschapper van God. 

  • Volgens Mohammed was er maar 1 God, Allah. 

  • Hij is de stichter van de godsdienst de Islam 

Slide 10 - Tekstslide

Arabische veroveringen
  • Kalief: opvolger van Mohammed. Zij breidde het Islamitische Rijk verder uit. 
  • Een moslimleger wordt door de grootvader van Karel de Grote, Karel Martel, verslagen bij de Franse stad Potiers. Hierdoor bleef Europa christelijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Arabische veroveringen

Slide 12 - Tekstslide

Arabische cultuur
  • Alle mensen in de Arabische wereld spraken en schreven Arabisch en overal golden dezelfde wetten en islamitische regels. Ook werden er overal moskeeën gebouwd.
  • Mensen die in meerdere goden geloofden moesten zich bekeren tot de Islam. 
  • Christenen en Joden mochten hun geloof behouden, omdat ze ook in 1 God geloofden. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Contact tussen christenen en molsims
  • Vreedzaam contact: Handel




  • Vijandig contact: Oorlog, kruistochten: gewapende tocht van christelijke soldaten die Jeruzalem wilden veroveren.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag 2
Maken:
  • cursus 5.3 blz. 64 t/m 69 opdr. 2, 3, 4, 5, 6, 8, 10, 11
  • begrippen en betekenis.


Klaar:

  • Verdieping blz. 78, 79
  • Alle blauwe opdr.
  • Topografie blz. 80, 81

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wie Mohammed is.

  • Je kunt 2 voorbeelden noemen van de Arabische cultuur.

  • Je kunt een voorbeeld noemen van een vreedzaam contact en een vijandig contact tussen christenen en moslims.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom verdeelde Karel de Grote zijn rijk in graafschappen?
A
Omdat hij dat beloofd had aan zijn edelmannen.
B
Omdat het rijk te groot was om alleen te besturen.
C
Dat was makkelijker, want dan kon hij andere dingen doen.
D
Karel had ridders nodig voor zijn leger.

Slide 19 - Quizvraag

Waar heeft Willibrord voor gezorgd in Nederland?
A
Dat de mensen in Nederland christen werden.
B
Dat de mensen in Nederland in meerdere goden gingen geloven.
C
Dat de mensen in Nederland moslim werden.
D
Dat de mensen in Nederland te eten kregen.

Slide 20 - Quizvraag