2.3 Lezen 1vmbo KGT les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom klas 1

Start met het nakijken van jouw huiswerk:

H 2.3  Opdracht 5 t/m 8 en 10 t/m 16 

nakijken en bespreken

huiswerk nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het nakijkboekje.
3. Zet een krul of kruisje met een andere kleur.
4. Snap je het niet? Vragen!
5. Werk laten controleren door de docent.

H2.3 - lezen

feit

Is echt of werkelijk gebeurd.

Kan je meestal controleren.

 

mening

Wat iemand ergens van vindt of over denkt.

Iedereen kan een andere mening hebben.

Andere woorden voor mening zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

H 2.3 lezen

In deze les leer je:

• wat feiten en meningen zijn;
  
• feiten en meningen herkennen

Aantekeningen

Pak je harde kaftschrift en een pen

Verkennend lezen

• lees de titel en tussenkopjes (deeltitels)
• lees de 1e en laatste alinea
• lees de woorden die opvallen
• bekijk de plaatjes
• lees de bron

Zoekend lezen

 Je zoekt in een tekst het antwoord op een vraag. Je leest niet de hele tekst.

Nauwkeurig lezen

Om precies te weten wat er in een tekst staat, lees je hem nauwkeurig. Je leest de tekst met aandacht, zin voor zin.

Bovenaan een tekst staat een ...

1. Titel
2. Tussenkopje
3. Alinea
4. Onderwerp

Een ander woord voor deeltitel is

1. Tussenkopje
2. alinea
3. tekstgedeelte

Een alinea heeft altijd een tussenkopje.

1. Waar
2. Niet waar

Een goede tekst begint met:

1. Slot
2. Inleiding
3. Middenstuk
4. Tussenkopje

Een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen

1. zoekend lezen
2. verkennend lezen
3. grondig lezen

Elke tekst gaat ergens over, hoe noem je dit?

1. alinea
2. tussenkopje
3. onderwerp
4. deelonderwerp

Bij verkennend lezen, lees je de tekst:

1. Helemaal
2. gedeeltelijk

Welke onderdelen van de tekst zijn belangrijk bij verkennend lezen?

1. titel, eerste alinea, tweede alinea, bron, illustratie
2. titel, eerste alinea, tussenkopje, bron, illustratie, laatste alinea
3. titel, eerste alinea, tussenkopje , laatste alinea, illustratie
4. titel, tussenkopje, bron, illustratie

Je wil antwoord vinden op je vragen.

1. nauwkeurig lezen
2. verkennend lezen
3. zoekend lezen
4. studerend lezen

Je gebruikt een woordenboek.

1. Nauwkeurig lezen
2. Verkennend lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen

Je wilt snel weten waar de tekst over gaat.

1. zoekend lezen
2. verkennend lezen
3. nauwkeurig lezen

Feit of mening:
Vandaag is het donderdag.

1. feit
2. mening

Iedereen is anders.

1. feit
2. mening

Het is hier ijskoud!

1. Feit
2. Mening

Feit of mening? Wij hebben een goede docent Nederlands

1. Feit
2. Mening

Welkom klas 1

Start met 10 minuten stillezen

opdracht

1. Lees de stukjes tekst (alinea's)
2. Leg ze op de juiste volgorde
3. Leg de tussenkopjes op de juiste plek

Wat is een signaalwoord?

• Een signaalwoord is een verbindingswoord. Het verbindt zinnen, delen van een zin of alinea's met elkaar.
• Ze laten zien wat woorden, zinnen of alinea's met elkaar te maken hebben = het verband

signaalwoorden - opsomming

Vb. Eerst lazen we de uitleg, daarna maakten we de opdrachten en vervolgens sloten we het hoofdstuk af met een toets.

Aan de woorden "eerst, daarna en vervolgens" zie je dat je met een opsomming bezig bent.

test jezelf 1.3 en 2.3

huiswerk-controle

Raadsel

Doel van deze les

Herhalen en oefenen voor de toets

bespreken wat je morgen kan verwachten

Wat gaan we vandaag doen?

les 1: toetsdoelen bespreken 

leestaak blz 118 maken

les 2: nakijken leestaak

laatste vragen voor de toets

voorlezen

Wat kan je morgen verwachten?

2 teksten en vragen over deze teksten

Verkennend lezen, nauwkeurig lezen, zoekend lezen,

onderwerp van de tekst, deeltitel/tussenkopje, feit, mening,

doel van een alinea: samenvatten / extra informatie geven/ eigen mening geven

Verkennend lezen

nauwkeurig lezen,

zoekend lezen,

onderwerp van de tekst, deeltitel/tussenkopje, 

feit, mening,

doel van een alinea: samenvatten /

extra info geven/ 

eigen mening geven

Leestaak blz. 118

opdracht 18: lees tekst 4 verkennend en vragen maken

opdracht 19: lees tekst 4 nauwkeurig en vragen maken

opdracht 20 t/m 24

let op: opdracht 21* Als laatste maken!

Klaar?

Laat je werk controleren

stillezen

Welkom klas 1

Start met 10 minuten stillezen

nakijken

Hoe kijk je na?

1. Werk geconcentreerd en in stilte.
2. Vergelijk je eigen antwoord met het nakijkboek.
3. Verbeter met een andere kleur.
4. Snap je het niet? Vragen!