Rekenen voor een bloemist - les 1

Rekenen voor een bloemist
Les 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen voor een bloemist
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Tips
  • Denk na over wat je moet berekenen, en hoe
  • Voer je berekening uit
  • Schrijf of teken op het papier
  • Let op de eenheden bij het antwoord/ voeg ze toe aan je berekening
  • Check: kan je antwoord kloppen, heb je de goede eenheden gebruikt?

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen met geld/kassa
Dit omvat het tellen en verwerken van contant geld en het uitvoeren van transacties met behulp van een kassa. 

Het is belangrijk om nauwkeurig te zijn bij het tellen van geld en om ervoor te zorgen dat de kassa klopt aan het einde van elke werkdag.

Slide 3 - Tekstslide

Geldbedragen
Bij geldbedragen met decimalen, schrijf je een komma en twee cijfers
achter de komma.
goed: € 56,50
fout: € 56.50 / € 56,5 / € 56.5 / 56,50 / 56.50 / 56,5 / 56,5

Als het hele euro's zijn, is een streepje achter de komma ook goed
goed: € 135,00 / € 135 / € 135,- 
fout: € 135.00 / 135,00 / 135 / 135,- / 135.00 / 135.-

Slide 4 - Tekstslide

Een klant komt binnen en wil graag twee bosjes
bloemen kopen, elk kost € 3,50. De klant betaalt
met een briefje van € 10,-.
Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Een klant wil graag drie rozen kopen voor € 1,25
per stuk en twee gerbera's voor € 2,00 per stuk.
De klant betaalt met een briefje van € 20,-.
Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
timer
1:00
A
€ 12,00
B
€ 12,25
C
€ 12,50
D
€ 12,75

Slide 6 - Quizvraag

Een klant wil graag drie rozen kopen voor € 1,25 per stuk en twee gerbera's voor € 2,00 per stuk. De klant betaalt met een briefje van € 20,-. 
Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
Antwoord:
De totale kosten voor de drie rozen zijn: 3 x € 1,25 = € 3,75
De totale kosten voor de twee gerbera's zijn: 2 x € 2,00 = € 4,00
De totale kosten zijn dus: € 3,75 + € 4,00 = € 7,75
Het wisselgeld is: € 20,00 - € 7,75 = € 12,25

Slide 7 - Tekstslide

Een klant wil graag vijf zonnebloemen kopen voor
€ 2,50 per stuk en een vaas voor € 6,-. De klant
betaalt met een briefje van € 20,-.
Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
timer
1:00
A
€ 4,00
B
€ 2,50
C
€ 2,00
D
€ 1,50

Slide 8 - Quizvraag

Een klant wil graag vijf zonnebloemen kopen voor € 2,50 per stuk en een vaas voor € 6,-. De klant betaalt met een briefje van € 20,-. 
Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
Antwoord:
De totale kosten voor de vijf zonnebloemen zijn: 5 x € 2,50 = € 12,50
De totale kosten voor de vaas zijn: € 6,-
De totale kosten zijn dus: € 12,50 + € 6,- = € 18,50
Het wisselgeld is: € 20,00 - € 18,50 = € 1,50



Slide 9 - Tekstslide

Een klant wil graag bloemstukken kopen voor het
versieren van een zaal. De totale kosten zijn
€ 656,58. De klant betaalt met 7 briefjes van
€ 100,-. Hoeveel wisselgeld moet u teruggeven?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Jij moet € 10,50 betalen voor een plant.
Je betaalt met € 20.
De caissière heeft alleen een biljet van € 10 als
wisselgeld.
Hoeveel geld moet je dan bijbetalen?
timer
1:00
A
€ 0,50
B
€ 0,20
C
€ 10
D
€ 20

Slide 11 - Quizvraag

Het is einde van de dag en je telt de kassa.
De bonnetjes geven aan dat je voor € 411,73 hebt
verkocht. Na het tellen van de kassa kom je uit
op € 408,90.
Wat is het verschil?
timer
1:00
A
€ 2,80
B
€ 2,83
C
- € 2,80
D
- € 2,83

Slide 12 - Quizvraag

Rekenen met samenstellen boeket
Bij het samenstellen van een boeket moet rekening worden gehouden met de kosten van elk individueel bloemstuk en de arbeidskosten om het boeket samen te stellen. 

Het is belangrijk om een juiste prijs te bepalen om ervoor te zorgen dat er voldoende winst wordt gemaakt.

Slide 13 - Tekstslide

Boeket samenstellen
U moet een boeket samenstellen met een prijs van € 20,-. U heeft de volgende bloemen beschikbaar:
4 rozen voor € 2,50 per stuk
3 tulpen voor € 1,75 per stuk
2 lelies voor € 3,00 per stuk
5 anjers voor € 0,75 per stuk
Hoeveel bloemen moet u van elke soort gebruiken om het boeket samen te stellen en binnen het budget te blijven? Alle soorten bloemen moeten in het boeket!

timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel bloemen moet u van elke soort gebruiken
om het boeket samen te stellen en binnen het
budget te blijven?
timer
2:00

Slide 15 - Open vraag

Jouw uurloon van een 16-jarige is € 3,85 per uur
Een takje groen is € 0,50
Een bloem is € 1,25
Jij maakt boeketten van 15 bloemen en 10 takjes groen
Jij doet 20 min. over 1 boeket maken
De bloemist wil € 5 per boeket winst maken

Wat wordt de verkoopprijs? Rond je antwoord af op een heel getal.

timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat wordt de verkoopprijs?
Rond je antwoord af op een heel getal.
timer
1:00
A
€ 20
B
€ 25
C
€ 30
D
€ 35

Slide 17 - Quizvraag

uitwerking:
15 * € 1,25 = € 18,75
10 * € 0,50 = € 5,00
€ 3,85 per uur ofwel per 60 min
20 min = € 3,85 / 3 = € 1,28
kosten maken boeket: € 18,75 + € 5,00 + € 1,28 = € 25,03
winst maken van € 5
€ 25,03 + € 5 = € 30,03 = € 30,-

Slide 18 - Tekstslide

100%

Slide 19 - Tekstslide

Verhoudingstabel

Slide 20 - Tekstslide

Verhoudingstabel

Slide 21 - Tekstslide

De bloemist verkoopt zijn bloemen vandaag
met 60 % korting.
Voor een boeket betaal je € 11,20.
Wat was de normale prijs van een boeket?
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Het maken van een boeket kost € 18,43.
De verkoopprijs van een boeket is € 27,75.
Wat is de winst in procenten?
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag