EHBsO lj 1 lw 3 bloedingen les 2

Lesweek 3
Bloedingen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EHBsOMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lesweek 3
Bloedingen

Slide 1 - Tekstslide

Kleine bloeding: zet in de juiste volgorde van handelen
stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
Laat naar huisarts bellen ivm Tetanusinjectie
maak de wond schoon met water
desinfecteer de wond
dek de wond steriel af

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Video

Wat wordt bedoeld met desinfecteren?
A
schoonspoelen met water
B
zichtbaar vuil verwijderen
C
onzichtbaar vuil verwijderen
D
werken met handschoenen aan

Slide 4 - Quizvraag

Welk verbandmiddel kun je gebruiken bij een schaafwond?
A
B
C
D

Slide 5 - Quizvraag

ernstige bloeding
Zet de handelingen in de juist volgorde
steriel afdekken
drukverband aanleggen
druk op de wond
controleren op shock

Slide 6 - Sleepvraag

ERNSTIGE bloedingen:  
ARTS is eindbehandelaar 


  • Geef druk op de wond  
  • Dek de wond steriel af (snelverband, drukverband, traumazwachtel) 
  •  Houd het slachtoffer in de gaten i.v.m. gevaar op shock 

Slide 7 - Tekstslide

Shock

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat is shock?
Doel EHBsO; vitale functies behouden tot 112 er is!

Door een te lage bloeddruk ontstaat shock. De EHBO'er kan proberen te voorkomen dat het erger wordt. Shock kan lijken op een flauwte, maar bij een flauwte komt het slachtoffer snel weer bij. Een shock kan direct na een ongeval optreden, maar ook enige uren daarna. 

Slide 10 - Tekstslide

Kans op shock slachtoffer met:
  1. Actieve inwendige of uitwendige bloeding 
  2. langdurige uitdroging
  3. onderkoeling
  4. slecht functioneren van het harrt
  5. brandwonden
  6. heftige allergische reactie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke 2 vormen van bloedingen heb je?
A
met tetanus of zonder tetanus
B
klein of ernstig
C
arm of been
D
rood bloed of blauw bloed

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke bloeding ben jij eindbehandelaar?
A
kleine bloeding
B
ernstige bloeding
C
beide

Slide 16 - Quizvraag

tetanus.....
A
...kan je van straatvuil krijgen
B
...is niet ernstig
C
...is gevaarlijk zonder vaccinatie
D
...hetzelfde als corona

Slide 17 - Quizvraag

Bij een ernstige bloeding leg je een wonddrukverband aan.
A
dit is juist
B
dit is onjuist

Slide 18 - Quizvraag

als mogelijk op een deken leggen
stop bloedverlies
vitale functies controleren

Slide 19 - Sleepvraag

Shock is...
A
levensbedreigend
B
niet-levensbedreigend

Slide 20 - Quizvraag

Welke lichaamsdelen krijgen bij shock het langst voldoende bloed?
A
armen/benen
B
huid-lever/milt-nieren
C
hart/longen/hersenen
D
spieren/longen

Slide 21 - Quizvraag

Oorzaak shock kan zijn:
A
zien van geesten
B
pinda's
C
botbreuk in een onderarm
D
ingegroeide teennagel

Slide 22 - Quizvraag

Symptomen die specifiek bij een shock horen, zijn:
A
grauw/bleek of rood gezicht
B
eenmalig zweet
C
dorstig
D
hevige pijn

Slide 23 - Quizvraag

Wat doe je bij:
A
niks, is maar een schaafwond
B
schoonspoelen
C
schoonspoelen en desinfecteren
D
naar de huisarts sturen

Slide 24 - Quizvraag

Wat doe je bij:
A
schoonspoelen
B
desinfecteren
C
met hechtstrips werken
D
naar huisarts sturen

Slide 25 - Quizvraag

Wat doe je bij:
A
druk op de wond met schone doek
B
steriel afdekken
C
drukverband aanleggen
D
112 bellen

Slide 26 - Quizvraag

Wat doe je bij:
A
niks, direct naar arts
B
glas eruit trekken
C
rondom glas steriel verbinden
D
112 bellen

Slide 27 - Quizvraag

Wat doe je
als eerste bij:
A
afdekken met deken
B
112 bellen
C
vitale functies controleren
D
iets te drinken geven

Slide 28 - Quizvraag

praktijk handelingen
  • hoofdwond (hersenschudding)
  • stompverband 

Slide 29 - Tekstslide