Hoofdstuk 4 paragraaf 3 en 4

Hoofdstuk 4  leefomgeving stedelijk gebied 





Paragraaf 3 en 4 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4  leefomgeving stedelijk gebied 





Paragraaf 3 en 4 

Slide 1 - Tekstslide

Spoorboekje

  • uitleg paragraaf 3 en 4
  •  opgeven huiswerkopdrachten 
  • les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je begrijpt op welke manier de economie invloed heeft op stedelijke vernieuwing, met name door de kenniseconomie en de creatieve economie.
Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheden voordelen oplevert.
Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven voordelen oplevert.
Je kunt verschillende dimensies, actoren en schaalniveaus onderscheiden bij de analyse en beoordeling van stedelijke vraagstukken.Je kent manieren waarop krimpende én groeiende steden duurzaam en smart kunnen worden.
Je weet dat stedelijke vraagstukken gaan over werk, leefbaarheid en duurzaamheid in steden.
Je kent de verschillende vormen van stedelijk vernieuwingsbeleid.
Je begrijpt waarom er in Nederland minder segregatie is dan in het buitenland.
Je kunt oplossingen voor stedelijke vraagstukken beoordelen én zelf bedenken.

Slide 3 - Tekstslide

wat maakt een stad
aantrekkelijk

Slide 4 - Woordweb

aantrekkelijk omdat:
Hoge bevolkingsdichtheid

veel voorzieningen

Slide 5 - Tekstslide

Stel je wil je stad duurzaam maken, met welke uitdagingen krijg je dan te maken?

Slide 6 - Open vraag

Uitdagingen
Luchtvervuiling

Afvalstromen

CO2-uitstoot

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waar in Nederland bevinden zich de krimp gemeentes voornamelijk

Slide 9 - Open vraag

Waarom moeten ook krimpende steden zich blijven ontwikkelen?
A
vergrijzing,ontgroening
B
leegstand
C
dalende vraag naar voorzieningen
D
alle drie

Slide 10 - Quizvraag

 duurzame steden/sustainable cities


Duurzame steden zijn energie neutraal en recyclen het afval.

Slide 11 - Tekstslide

duurzame oplossingen?

Slide 12 - Woordweb

smart city 
Een smart city maakt maximaal gebruik van digitale technologie, computers en het internet

Slide 13 - Tekstslide

digitale detox - Pitch
Pitch van 1 min voor of tegen smart city (huiswerk)

Slide 14 - Tekstslide

bestuurslagen
Rijk

Provincies

352 gemeenten in 2021 (minder door gemeentelijke herinrichting)

Slide 15 - Tekstslide

Beleid
Beleid van lagere overheden mag nooit tegen dat van de hogere overheden ingaan

Slide 16 - Tekstslide

Stadsgewest
Er zijn 22 stadsgewesten in Nederland

Samenwerking tussen verschillende gemeente 

Slide 17 - Tekstslide

Waarom bepaald het stadsgewest het aantal te bouwen woningen en niet de gemeente?

Slide 18 - Open vraag

Publiek private samenwerking
De overheid werkt samen met bedrijven bij grote bouwprojecten.

De publieke sector behartigt de belangen van ons allemaal.

De private sector levert geld en specialistische kennis.

Slide 19 - Tekstslide

ontwikkeling
tot 1970 --> urbanisatie

vanaf 1970 tot 1990 --> suburbanisatie

vanaf 1990 --> re-urbanisatie

Slide 20 - Tekstslide

Suburbanisatie
verkrotting in de stad


welgestelde gezinnen trekken naar de groeikernen


eenzijdige bevolking met weinig koopkracht

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Probleem wijken
Goedkope huurwoningen

Eenzijdige bevolkingssamenstelling

Sociaaleconomisch kansarme bewoners

Slechte woonomgeving

Slide 23 - Tekstslide

Welke wijken
Negentiende-eeuwse arbeiderswijken (niet geherstructureerd)

Naoorlogse flatwijken

Slide 24 - Tekstslide

Segregatie
Ruimtelijke en sociale segregatie 

-> ruimtelijk gescheiden van elkaar

-> in contact gescheiden van elkaar

Slide 25 - Tekstslide

aan de slag 
Maken: examentraining bladzijde 81 Opgave 1 groei tegenover krimp


timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

aan de slag - bespreken
Maken: examentraining bladzijde 81 Opgave 1 groei tegenover krimp


Slide 27 - Tekstslide

aan de slag - huiswerk
Maken: 
Examentraining opgave 1 vraag 4 tot en met 6
paragraaf 4.3 opdrachten 2+ 5+ 6

LET OP je formulering.

timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide