LE 18 Les 11

Les 11
Huidtumoren

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 11
Huidtumoren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Lesdoelen
Herhalen
Theorie
Opdracht
Evaluatie
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les zijn jullie in staat om een afwijking aan de huid te herkennen

Aan het einde van de les weet je wat de risico's zijn om huidkanker te ontwikkelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar hadden we het vorige week over? 
- hematologische tumoren
- hersentumoren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanuit welke cellen ontstaat leukemie?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten leukemie zijn er?

Slide 6 - Woordweb

• acute lymfatische leukemie (ALL); deze vorm komt veel voor bij kinderen en jongvolwassenen;
• acute myeloïde leukemie (AML); deze vorm komt vooral voor tussen de 20 en 40 jaar en boven de 60 jaar;
• chronische lymfatische leukemie (CLL); deze vorm komt vooral voor bij bejaarde mensen;
• chronische myeloïde leukemie (CML); deze vorm komt vooral voor tussen de 50 en 60 jaar.

Wat is er kenmerkend aan chronische lymfatische leukemie

Slide 7 - Woordweb

• Chronische lymfatische leukemie (CLL) gaat bijna nooit weg. Het ontwikkelt zich langzaam. Er is soms jarenlang geen behandeling nodig. Word je eenmaal behandeld, dan kan CLL vaak onderdrukt worden. Meestal zijn de vooruitzichten goed.
Gezwollen klieren, gewichtsverlies, verlies van eetlust
koorts, nachtzweten, hardnekkige jeuk

Dit zijn symptomen van:

A
Leukemie
B
Ziekte van Kahler
C
Hodgingkymfoom
D
Polycythemia vera

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het bij hersentumoren niet zo belangrijk om een onderscheid te maken tussen goedaardig of kwaadaardig?

Slide 9 - Woordweb

Onderscheid tussen goedaardig en kwaadaardig niet zo belangrijk omdat de gevolgen bij beide ernstig zijn en behandeld moeten worden
Kijk opdracht
Wat zijn de grootste verschillen in therapieën? 

Slide 10 - Tekstslide

Cytostatica: Bij chemotherapie (ook wel ‘chemo’) krijg je een of meer chemokuren met medicijnen tegen kanker. Je kunt curatieve chemotherapie krijgen, die gericht is op genezing van kanker. Of palliatieve chemotherapie, die de groei van de tumor remt of de klachten van de kanker vermindert

Immuuntherapie: T-cel dood de kankercel. Schild weghalen van de kankercel. T-cel kan de kankercel gaan opruimen
Injecties, tabletten, infuus

Bestraling: sterkte röntgenstraling. Van buiten of van binnenuit. Voelt er niets van. bestraling beschadigt ook gezonde cellen. vermoeidheid en irritatie van de huid. Bestraling (radiotherapie) is de behandeling van kanker met straling. Het doel van bestraling is om kankercellen te doden. En daarbij gezonde cellen zoveel mogelijk te sparen

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De huid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan
Huidkanker ontstaat doordat huidcellen kwaadaardig worden en zich ongeremd gaan delen. Het is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. Huidkanker ontstaat meestal in de cellen van de opperhuid. Dit is de bovenste laag van de huid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidkanker
De huid is van nature een sneldelend weefsel. Soms ontspoort de celdeling en ontstaan tumoren in de huid: huidkanker. De drie meest voorkomende vormen van huidkanker zijn:

basaalcelcarcinoom
plaveiselcelcarcinoom
melanoom.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan
Huidkanker ontstaat meestal door uv-straling uit zonlicht of straling van de zonnebank. Maar ook andere dingen kunnen de kans op huidkanker vergroten zoals het huidtype of erfelijke factoren. De risicofactoren voor huidkanker verschillen per soort.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basaalcelcarcinoom
Een vorm van huidkanker. 100% goed te genezen. 
Lokale ingroei. 
Groeit heel langzaam
Zaait niet uit
Komt veel voor
Weghalen is de behandeling
80% van de huidkanker is basaalcelcarcinoom

Slide 18 - Tekstslide

prognose goed. Bijna 100% overleving na 5 jaar
Basaalcelcarcinoom
Het basaalcelcarcinoom heeft meestal de vorm van een huidkleurig bultje. Soms ziet het er wat glazig-glanzend uit en zijn er kleine bloedvaatjes op te zien. Het kan echter ook kapot gaan en de vorm van een zweertje aannemen. Ook zijn er varianten waarbij het vlak blijft, maar toch te herkennen valt aan kleurveranderingen, roodheid of schilfering

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaveicelcarcinoom
Wel kwaadaardig
uitzaaien naar kraakbeen en bot
Lijkt op een zweertje met een korstje
Door de zon
Verlaagde immuniteit ( door medicijnen) 
langdurige opvolging
Goede prognose

Slide 21 - Tekstslide

In tegenstelling tot het basaalcelcarcinoom is het plaveiselcelcarcinoom wel kwaadaardig. Het kan uitzaaien en onderliggend weefsel zoals kraakbeen en bot binnendringen. Dit gebeurt pas als de tumor vrij omvangrijk is geworden. Uitzaaiingen komen bij deze tumor niet vaak voor. De tumor lijkt in het begin op een zweertje met een korst of op een verhoornd wratje. Als de tumor groter wordt, kan hij ook pijnlijk worden en neemt het risico op uitzaaien naar de lymfklieren in de buurt van de tumor toe.

Wat is de overleving van plaveiselcelcarcinoom? Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 90 van de 100 mensen in leven
Melanoom
Gaat uit van pigmentcellen
relatief snel uitzaaien ( agressieve kanker) 
Vanuit een bestaande moedervlek
Kleur verandering is kenmerkend
Blijven groeien boven de huid
Erfelijkheid speelt een rol

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Melanomen
Melanoma in situ: voorstadium van melanoom ( tumor cellen beperken zich tot opperhuid) 
Oppervlakkig verspreid melanoom ( tumorcellen groeien niet diep in de huid, verspreiden zich oppervlakkig, relatief groot oppervlak)
nodulair melanoom ( hoopje tumorcellen in een moedervlek wat zichtbaar is als een bobbeltje

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Operatie
Dikte bepalen voor verdere behandeling
poortwachter klier
Bestraling, chemo, immuuntherapie
Prognose: gunstig

Slide 24 - Tekstslide

In eerste instantie zal men het melanoom operatief verwijderen en daarna onderzoeken. Hierbij is vooral de dikte van het melanoom van belang. Hoe dunner het melanoom is, des te gunstiger de prognose. Bij een melanoom dikker dan één millimeter onderzoekt men ook de zogenoemde poortwachterklier. Dit is de lymfeklier die doorgaans als eerste wordt aangetast bij een uitzaaiing. Bij uitzaaiingen vult men de behandeling eventueel aan met bestraling, chemotherapie of immuuntherapie. Daarna controleert men meerdere keren per jaar het litteken, de lymfeklieren en eventueel aanwezige moedervlekken op mogelijke terugkeer van het melanoom.

 Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 91 van de 100 mensen in leven.

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies