De gedragscode 4

De Dierenbescherming, dat zijn wij!
Onze gedragscode
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Baso natuurwetenschappenBeroepsopleiding

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

De Dierenbescherming, dat zijn wij!
Onze gedragscode

Slide 1 - Tekstslide

DIT IS EEN OEFENVRAAG
Wat is de naam van de organisatie waar wij voor werken?
A
Rode Kruis
B
Greenpeace
C
Dierenbescherming
D
Amnesty International

Slide 2 - Quizvraag

1. Waarom hebben we een gedragscode?
A
Betere samenwerking, prettige werksfeer en dat is goed voor medewerkers, de organisatie én voor de dieren.
B
Leidraad voor onze dagelijkse praktijk: we kunnen de gedragscode erbij pakken als we situaties tegenkomen waarin niet duidelijk is hoe we moeten handelen.
C
In de strategische koers staat wat we willen bereiken, maar het gedrag van de organisatie moet daarop aansluiten. De gedragscode biedt hierin handvaten.
D
Zowel a, b als c zijn juist.

Slide 3 - Quizvraag

2. Wat mag je van de Dierenbescherming in je
persoonlijke leven niet doen?
A
Een dier uit het buitenland adopteren.
B
De DB verbiedt niets, maar verwacht wel dat door werken bij de DB jouw bewustzijn over dierenwelzijn groter wordt én dat je je hierin verdiept. Van daaruit kun je diervriendelijke keuzes maken in je persoonlijk leven.
C
Jagen/vissen.
D
Vlees eten.

Slide 4 - Quizvraag

3. Een collega had twee konijnen waarvan er één onlangs is overleden. Het overblijvende konijn is al oud. De collega vindt dat het diervriendelijker
is om geen ‘nieuw’ konijn te nemen. Jij hebt daar andere ideeën over en vindt dat een konijn nooit alleen mag worden gehouden.
Wat doe jij?
A
Dit kan echt niet en je zoekt je gelijk bij andere collega’s.
B
Je gaat het gesprek aan met deze collega en vraagt naar de redenen voor deze keuze. Ondanks dat jullie het anders zien, respecteer je de keuze van jouw collega.
C
Je wijst deze collega erop dat het niet diervriendelijk is om een konijn alleen te houden en stuurt de collega de link naar ikzoekbaas.nl/konijnen door.
D
Je vraagt je leidinggevende dit met de betreffende collega te bespreken.

Slide 5 - Quizvraag

4. Kat Doepie zit al 202 dagen in de opvang en vandaag is er dan eindelijk een nieuw baasje voor Doepie, wat doe je?
A
Dit succes moeten we uitgebreid vieren met taart voor de hele afdeling!
B
Het goede nieuws delen met collega’s en een bericht op social media plaatsen.
C
Ik ga door met de dagelijkse werkzaamheden want er is nog zoveel te doen.
D
Dit hoort gewoon bij het werk, dus geen extra tijd en aandacht aan besteden.

Slide 6 - Quizvraag

5. Een hond is moeilijk plaatsbaar, valt heftig uit naar andere honden en heeft een operatie nodig, waarbij minimaal 2 maanden hersteltijd (hokrust) wordt voorgeschreven. Een evt. nieuwe eigenaar zal zolang de hond leeft veel extra medische kosten voor de hond moeten betalen. De dierenarts adviseert euthanasie van deze hond, hoe reageer jij hierop?
A
Ik bespreek het advies van de dierenarts met het team en leidinggevende en ga open het gesprek aan.
B
Waar bemoeit de dierenarts zich mee? Dat is diens taak niet.
C
Ik heb begrip voor de keuze van de dierenarts.
D
Ik ben het er niet mee eens en ga medestanders zoeken en dit escaleren naar de bestuurder.

Slide 7 - Quizvraag

6. In de zakelijke groepsapp deelt een collega een foto waarop te zien is dat diegene een ritje maakt op een olifant, vind je dit oké en wat doe je?
A
Nee, dit is een vorm van dierenmishandeling en moet je niet doen als dierenbeschermer. Ik spreek de collega hierop aan in de groepsapp.
B
Ja prima, is in eigen tijd, dus moet diegene zelf weten. Ik geef een duim omhoog op het berichtje.
C
Nee, dit is niet oké en ik spreek de collega hier persoonlijk op aan.
D
Ja, ik zou het zelf niet doen, maar als de collega dat leuk vindt is het prima. Ik doe niks.

Slide 8 - Quizvraag

7. Wat betekent het om 24/7 dierenbeschermer te zijn?
A
Je redt elk uur van de dag dieren.
B
Je bent je bewust van de impact van je gedrag op dierenwelzijn, zowel tijdens werk als daarbuiten.
C
Als je bij de Dierenbescherming werkt is het logisch om overuren te maken.
D
Ook in het weekend en ‘s nachts moet je klaar staan voor de dieren.

Slide 9 - Quizvraag

8. Je wordt uitgenodigd voor een receptie van een
gemeente voor het afscheid van een ambtenaar waar je fijn mee hebt samengewerkt. Tijdens de receptie komen de schalen met bittergarnituur, worst en andere vleeswaren veelvuldig voorbij. Wat doe je?
A
Om de relatie goed te houden, pak ik wel een paar hapjes, maar niet te veel.
B
Ik leg luid en duidelijk aan zoveel mogelijk mensen uit dat er voldoende vegetarische alternatieven zijn als borrelhapjes en dat vlees echt niet meer van deze tijd is.
C
Ik vraag vooraf of er op deze receptie vegetarische/vegan hapjes zijn. Zo niet, dan ga ik niet.
D
Omdat ik hier als vertegenwoordiger van de Dierenbescherming ben, sla ik alle niet- vegetarische hapjes af.

Slide 10 - Quizvraag

9. Je krijgt van een diereigenaar een briefje van
€ 50,00 toegestopt als dank voor je hulp, hoe ga je hiermee om?
A
Ik bedank de persoon hartelijk en koop er samen met de collega’s iets lekkers voor.
B
Ik neem het geld niet aan en verzoek de diereigenaar om het geld te doneren aan de Dierenbescherming.
C
Ik neem het geld aan en overleg vervolgens met mijn leidinggevende. Ik handel zoals afgesproken met mijn leidinggevende.
D
Ik neem het geld aan en trakteer mijzelf op nieuwe schoenen.

Slide 11 - Quizvraag

10. Het MT/jouw leidinggevende heeft een besluit genomen waar jij het echt niet mee eens bent, wat doe je?


A
Ik vertel dit aan mijn collega’s en geef aan dat wij gewoon de oude werkwijze blijven hanteren.
B
Ik stap naar het MT/mijn leidinggevende, geef mijn mening en voer het besluit niet uit.
C
Ondanks dat ik het er niet mee eens ben, voer ik het genomen besluit wel uit.
D
Ik tel dit in mijn hoofd op bij alle andere zaken waar ik ontevreden over ben.

Slide 12 - Quizvraag

11. Hoe stel jij je op als er een, voor jou onbekende, collega van een andere afdeling of locatie langskomt?
A
Ik geef een hand en ga gauw weer door met werken, er is nog zoveel te doen.
B
Ik maak tijd vrij om elkaar te leren kennen en te horen wat die collega doet binnen de Dierenbescherming.
C
Ik maak tijd vrij om mijn visie op dierenwelzijn over het voetlicht te brengen.
D
De volgende dag zeg ik tegen mijn directe collega dat er “weer een nieuwe collega” is aangenomen.

Slide 13 - Quizvraag

12. Je collega doet op social media (op persoonlijke titel) negatieve uitspraken over de DB, wat doe je?


A
Ik spreek mijn collega erop aan en meld dit ook bij mijn leidinggevende.
B
Ik bespreek dit in het eerstvolgende teamoverleg en noem geen namen.
C
Ik doe niets, dit zijn privézaken.
D
Ik reageer op het bericht van mijn collega op social media en laat in een reactie op dit bericht weten hoe ik erover denk.

Slide 14 - Quizvraag

13. Hoe kun jij bijdragen aan een veilige werkomgeving?
A
Door collega’s te complimenteren over hun uiterlijk.
B
Door voorzichtig te zijn met wat ik tegen een collega zeg. Als ik moeite heb met een collega bespreek ik dat daarom liever met een andere collega.
C
Door gedrag wat ik als niet prettig ervaar bespreekbaar te maken en te zorgen voor een prettige werksfeer.
D
Zorgen dat alle deuren altijd op slot zijn en er niet zomaar iemand binnen kan komen.

Slide 15 - Quizvraag

14. Wat vind jij: kan je met kleding van de Dierenbescherming gespot worden bij bijvoorbeeld de McDonald's of de vleeswarenafdeling in een supermarkt?
A
Nee, dit kan echt niet. Op die manier ben je geen ambassadeur voor de Dierenbescherming.
B
Ja, dit kan, ze verkopen ook vegetarische producten bij McDonald's en de supermarkt.
C
Ja, dit heeft niets met elkaar te maken.
D
Ja, als er maar geen foto's van worden gemaakt.

Slide 16 - Quizvraag

15. Jouw leidinggevende maakt een keuze om de komende tijd alleen op onderwerp X te focussen. Onderwerp Y waar jij al heel lang mee bezig bent valt daar niet onder. Wat doe je?
A
Je bespreekt met je leidinggevende waarom en of er ruimte is om je met onderwerp Y bezig te blijven houden. Als dat er niet is, dan volg je de gemaakte keuze.
B
Je houdt je bezig met onderwerp X maar daarnaast ook nog met onderwerp Y.
C
Je stuurt een e-mail naar de leidinggevende van jouw leidinggevende en vraagt of deze persoon hier iets aan kan veranderen.
D
Je blijft je focus houden op onderwerp Y: dit is te belangrijk om te laten vallen.

Slide 17 - Quizvraag

16. Hoe zorg jij dat je blijft leren?
A
Leren? Daar heb ik geen tijd voor. Ik heb al niet genoeg tijd voor de dagelijkse werkzaamheden.
B
Ik ga altijd alleen op onderzoek uit hoe we dingen het best kunnen aanpakken.
C
Ik vertrouw op de kennis en vaardigheden die ik in het verleden heb opgedaan en zet die ten volste in.
D
Ik vraag collega’s die andere kennis en expertise hebben naar hun input en inzichten en neem deel aan trainingen/cursussen.

Slide 18 - Quizvraag

17. Op donderdagmiddag 16 uur wordt er op locatie een borreltje gedronken om afscheid te nemen van een collega. Een aantal collega’s sluit online aan. Is het toegestaan om een borreltje te drinken?
A
Nee, het is verboden om tijdens het werk alcohol te gebruiken.
B
Ja, een borreltje mag na 16u, mits er daarna geen werkzaamheden hoeven te worden verricht.
C
Op locatie kan het niet, thuiswerkende collega’s moet kunnen.
D
Alcohol mag tijdens de eindejaarsbingo, de lentebingo en de komst van een nieuwe bestuurder.

Slide 19 - Quizvraag

18. Tijdens de lunch zie je dat een collega vleeswaren eet, wat doe je?
A
Niks, iedereen mag zelf weten wat hij/zij eet.
B
Ik spreek de collega hier meteen op aan, want dit kan echt niet als dierenbeschermer.
C
Ik meld dit bij mijn leidinggevende, HRM en de vertrouwenspersoon. Daarnaast laat ik op het bureau van mijn collega folders achter over de voordelen van een veganistisch dieet.
D
Ik spreek mijn collega hier op een later moment op aan en geef aan dit niet passend te vinden binnen de setting waarin we werken.

Slide 20 - Quizvraag

19. Een van jouw collega’s komt regelmatig diens afspraken niet na en hierdoor heb jij extra werk.
Wat doe je?
A
Je gaat met deze collega het gesprek aan om dit te bespreken en aan te geven wat dit met jou doet.
B
Je gaat het gesprek met je leidinggevende aan en vraagt of die dit kan oplossen.
C
Je overlegt dit met collega’s die jouw mening delen. Daarna gaan jullie met zijn allen naar de betreffende collega om dit te bespreken.
D
Je gaat het gesprek niet aan, maar helpt de collega ook niet meer.

Slide 21 - Quizvraag

20. Welke nevenactiviteit is mogelijk niet passend als je bij de DB werkt?
A
Naast mijn betaalde werk voor de Dierenbescherming vrijwillig als Dierenbuddy aan de slag gaan.
B
Petities tekenen van andere dierenwelzijnsorganisaties die er wellicht andere standpunten over dierenwelzijn op nahouden.
C
Plaatsnemen in het bestuur van een jagersvereniging.
D
Coachen bij een voetbalclub waar in de kantine dierlijke producten worden geconsumeerd.

Slide 22 - Quizvraag

21. Hoe kun jij bijdragen aan een positieve cultuur binnen de Dierenbescherming?
A
Door actief contact te zoeken met collega’s in het hele land.
B
Door oog te hebben voor de mens achter de collega.
C
Door achter gemaakte keuzes te blijven staan.
D
Alle bovenstaande antwoorden.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide