EHBO les 5: Botten/spieren/gewrichten

Letsel aan botten, gewrichten & spieren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
dienstverleningPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Letsel aan botten, gewrichten & spieren

Slide 1 - Tekstslide

wat weet jij over jouw botten?

Slide 2 - Open vraag

Na vandaag...
  • Kunnen minstens 5 onderdelen van het skelet noemen
  • Kennen we het verschil tussen verstuiking, kneuzing en ontwrichting
  • Kennen we de 3 verschillende gewrichten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

timer
0:30
noem zoveel mogelijk botten van het menselijk skelet (ieder bot een nieuw antwoord)

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

timer
0:20
welke activiteit kan je met kinderen doen om te bewegen?

Slide 7 - Woordweb

welke activiteit kan je met ouderen doen om te bewegen?
timer
0:20

Slide 8 - Open vraag

Wat is de functie van het skelet?
A
Bescherming
B
Heeft geen functie
C
Stevigheid
D
Mooier

Slide 9 - Quizvraag

Waaruit bestaan botten?
A
Melk en spier
B
Kalk en kraakbeen
C
Kraakbeen en kraakarm
D
Kalk en aanslag

Slide 10 - Quizvraag

Waar in mijn lichaam kan ik kraakbeen voelen?
A
Vingers en tenen
B
Nagels en haren
C
Oren en neus
D
Ogen en tong

Slide 11 - Quizvraag

Waar zitten de meeste botten in?
A
Been
B
Arm
C
Voet
D
Hand

Slide 12 - Quizvraag

De sterkste spier van ons lichaam is
A
Het been
B
De nek
C
De tong
D
De kaakspier

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

hoe heten onze botten?

Slide 15 - Tekstslide

opdracht
* benoem de botten bij het plaatje van het menselijk skelet

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

wat moet je doen bij een verstuiking?

Slide 18 - Woordweb

welke volgorde hou je aan bij een verstuiking?
timer
0:20
A
sieraden af/ koelen/ rust nemen/ huisarts bellen
B
koelen/sieraden af/ huisarts bellen/rust nemen
C
huisarts bellen/rust nemen/sieraden af/koelen
D
koelen/huisarts bellen/rust nemen/sieraden af

Slide 19 - Quizvraag

spel
* gooi de bal naar een klasgenoot en noem iets van het menselijk lichaam (een bot of een lichaamsdeel)
* degene die de bal ontvangt wijst dit aan
* als je 2x de bal hebt ontvangen doe je je handen over elkaar, dan ben je klaar
* iedereen ontvangt 2x de bal

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
- Maak & lees hoofdstuk 7 en 8.
- Laptop gebruiken om informatie te zoeken.
- Vraag? Steek je vinger op.

- Klaar? Botten benoemen levensgroot skelet
  & organen intekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Na vandaag...
  • Kunnen minstens 5 onderdelen van het skelet noemen
  • Kennen we het verschil tussen verstuiking, kneuzing en ontwrichting
  • Kennen we de 3 verschillende gewrichten

Slide 22 - Tekstslide