4.3 Kan het sneller en beter?

4.3: Kan het sneller en beter?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.3: Kan het sneller en beter?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
  • Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen
  • Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Productie

Slide 3 - Tekstslide


Technologische ontwikkelingen
Nieuwe kennis over de techniek en nieuwe uitvindingen.

Slide 4 - Tekstslide

Aanleg Birma Railroad (1942)
Aanleg Betuwelijn (2005)
  • Mechanisatie
  • machines nemen het zware werk van mensen over

Slide 5 - Tekstslide

  • Automatisering
  • computers en computerprogramma's sturen de productie aan door het denkwerk over te nemen
Typemachine
Laptop

Slide 6 - Tekstslide

Gevolg
Meer en beter/sneller produceren

--> Lagere productiekosten

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video


Technologische ontwikkeling = ...
A
Technisch apparaat.
B
Nieuwe kennis van techniek en nieuwe uitvindingen.
C
Een nieuwe technologie van apparaten.
D
Ontwikkeling op een apparaat.

Slide 9 - Quizvraag

Computers nemen het werk over van mensen
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 10 - Quizvraag

Is er op de afbeelding sprake van
mechanisatie of automatisering?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Arbeidsproductiviteit
D
Afschrijving

Slide 11 - Quizvraag

Een koekjesfabriek vervangt een machine vervangen door een machine die sneller werkt en via de computer wordt bediend.
Hoe noem je dat......
A
Een technologische ontwikkeling die je automatisering noemt.
B
Automatisering die je mechanisatie noemt.
C
Mechanisatie die je technologische ontwikkeling noemt.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is:
Machines die het zware werk van mensen makkelijker maken?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Industrie
D
BTW

Slide 13 - Quizvraag

Wat is:
Machines die door een computer worden bediend?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Robot
D
Werkeloosheid

Slide 14 - Quizvraag

De school heeft een computer die de temperatuur regelt in de lokalen
A
Mechanisatie
B
Automatisering

Slide 15 - Quizvraag

Begrip: het vervangen van mensen door machines
A
Intensivering
B
Mechanisatie
C
Specialisatie
D
Adressendichtheid

Slide 16 - Quizvraag

Een machine om straten te leggen is...
A
Automatisering
B
Mechanisatie
C
Afschrijving
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 17 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit
De hoeveelheid producten die iemand kan maken in een bepaalde tijd. (VB Jolein maakt 10 broeken in 1 uur. Als zij er ineens 15 broeken per uur kan maken dan dalen de kosten). 

Dus: hoe hoger de arbeidsproductiviteit hoe lager de productiekosten. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Automatisering en mechanisatie zorgen voor een hogere ...
A
kostprijs
B
Afschrijving
C
opbrengst
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 20 - Quizvraag

Thomas maakt 416 stoelen per jaar. Wat is zijn arbeidsproductiviteit per week?
A
8 stoelen
B
9 stoelen
C
12 stoelen
D
34 stoelen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noem je hulpmiddelen die je nodig hebt om te produceren?

Slide 22 - Open vraag

Een voorbeeld van een kapitaalgoed is......
A
Een barkruk
B
Een broodoven
C
Een fossiele brandstof
D
Het zonlicht

Slide 23 - Quizvraag

Afschrijving
Waardevermindering van kapitaalgoederen (de machines worden immers ouder en slijten door het gebruik)

afschrijving per jaar = aanschafprijs : aantal gebruiksjaren 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom moet je afschrijven op machines?
Als je afschrijft kun je over bijvoorbeeld 10 jaar (wanner de machine versleten is) weer een nieuwe kopen. Je zorgt er dus eigenlijk voor dat je later weer een nieuwe machine kunt kopen. 

Afschrijvingkosten is dus eigenlijk hetzelfde als ''verslijtingskosten''.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Wat is afschrijving van een kapitaalgoed?

A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 27 - Quizvraag

Een machine heeft €1.000 gekost.
Na 4 jaar is hij niks meer waard.
Wat is de jaarlijkse afschrijving?
A
€250
B
€1000
C
€200
D
€0

Slide 28 - Quizvraag

Je moet per maand € 800,- afschrijven. Hoeveel is dat per week?

Slide 29 - Open vraag

Je hebt een auto gekocht voor €18.000,- Deze auto gaan 15 jaar mee. Hoeveel moet je per jaar afschrijven?

Slide 30 - Open vraag

Je hebt een auto gekocht voor €21.000,- Deze auto gaan 12 jaar mee. Hoeveel moet je per maand afschrijven?

Slide 31 - Open vraag

Je hebt een auto gekocht voor €28500. De auto gaat 6 jaar mee. Bereken hoeveel de auto na 2 jaar waard is.

Slide 32 - Open vraag

Leerdoelen
  • Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
  • Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
  • Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen
  • Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen.

Slide 33 - Tekstslide