Standaardtaal, groepstaal en dialect.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Taalvariatie
- Standaardtaal
- Dialect
- Groepstaal

Slide 3 - Tekstslide

Standaardtaal
  • Het AN (Algemeen  Nederlands)
  • Gebruikt op scholen, bij instanties en organisaties en in formele situaties.
  • Van Dale

Slide 4 - Tekstslide

Dialect
Een dialect = 
Een variant van de standaardtaal die wordt gesproken in een streek of dorp.

Het is dus de taal die in een bepaalde streek of stad gesproken wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video


Mag een dialect leiden tot pesterijen en/of 'discriminatie'?

Slide 7 - Open vraag

Groepstaal
Wordt gesproken door mensen die tot dezelfde groep behoren.
Bijvoorbeeld: - vaktaal (ziekenhuis)
                             - WhatsApp
                             - Jongerentaal
                             - Straattaal
                             - Voetbaltaal
                             - Gametaal

Slide 8 - Tekstslide

Maak een woordenlijst van groepstaalwoorden.
  1. Schrijf minstens 3 woorden uit jouw groepstaal op.
  2. Schrijf achter elk woord wat het betekent in standaardtaal. 
  3. Schrijf onder elk woord een zin waarin je het woord gebruikt. 

Slide 9 - Tekstslide

Mijn taalgebruik op WhatsApp is anders dan in het echte leven...
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quizvraag

Wat is er anders aan jouw taalgebruik op WhatsApp?

Slide 11 - Open vraag

Open de groepsapp van klas 2B.

Typ een stukje tekst dat je leest in de groepsapp dat je niet hardop zou durven voorlezen....

Slide 12 - Open vraag