7.1 - De drie lagen van de overheid

Economie
Leerdoelen:
  1. Je weet uit welke drie lagen de Nederlandse overheid bestaat
  2. Je weet hoe onze vertegenwoordigersgekozen worden
  3. Je weet welke taken en verantwoordelijkheden onze overheden hebben
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Economie
Leerdoelen:
  1. Je weet uit welke drie lagen de Nederlandse overheid bestaat
  2. Je weet hoe onze vertegenwoordigersgekozen worden
  3. Je weet welke taken en verantwoordelijkheden onze overheden hebben

Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

06:02
Heb je het hele filmpje gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

De drie lagen van de Nederlandse overheid
Om de samenleving goed te laten functioneren, heb je regels nodig. De overheid stelt de regels vast waaraan iedereen zich moet houden. De Nederlandse overheid bestaat uit drie verschillende lagen, namelijk:

  1. Het Rijk (ook wel de centrale overheid genoemd);
  2. De provincies;
  3. De gemeenten.

De overheid is verantwoordelijk voor veel voorzieningen waar je als burger gebruik van kunt maken. Voor het uitvoeren van al haar taken heeft de overheid ambtenaren in dienst.

Slide 4 - Tekstslide

1. Voor welke van de volgende voorzieningen is de overheid niet verantwoordelijk?
A
De gezondheidszorg
B
Het leger
C
Het onderwijs
D
De supermarkten

Slide 5 - Quizvraag

De gemeenten
De overheid die het dichtst bij je staat, is de gemeente. Je moet bijvoorbeeld naar de gemeente als je een bromfietsrijbewijs nodig hebt of een paspoort en als je gaat verhuizen. Ook is de gemeente verantwoordelijk voor jeugd- en ouderenzorg.

De burgemeester en wethouders besturen de gemeenten. Samen noemen we ze ook kortweg het B&W. De gemeenteraad moet de plannen van het B&W goedkeuren en controleren of deze ook goed uitgevoerd worden. De gemeenteraad wordt elke vier jaar democratisch gekozen tijdens de gemeenteraadsverkieziengen. Je moet minimaal 18 jaar zijn om te mogen stemmen.

Slide 6 - Tekstslide

2. Wie is de burgemeester van de gemeente waar jij woont? Gebruik eventueel Google om dit te weten te komen.

Slide 7 - Open vraag

3. Benoem één taak van de gemeente die in de vorige slide is genoemd.

Slide 8 - Open vraag

4. Een wethouder wil meer koopzondagen in het centrum. Wie beslist uiteindelijk of het plan van de wethouder mag doorgaan?

Slide 9 - Open vraag

De provincies
De provincie is verantwoordelijk voor de indeling van het grondgebied. Zij houden zich bezig met vragen als:
  1. Waar mogen steden of dorpen uitbreiden?
  2. Waar is ruimte voor bedrijventerreinen?
  3. Waar komen natuur- en recreatiegebieden?

Ook houden de provincies zich bezig met een deel van de infrastructuur, in het bijzonder de wegen die dorpen en steden binnen de regio met elkaar verbinden.


Slide 10 - Tekstslide

De provincies
De provincies worden bestuurd door:
  1. Leden van de Provinciaalse Staten;
  2. Leden van de Gedupteerde Staten;
  3. De Commissaris van de Koning.

De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering van beleid door de Gedeputeerde Staten. De provincie heeft onder andere taken op het gebied van infrastructuur, milieu, cultuur en de regionale economie. Daarnaast kiezen zij de leden van de Eerste Kamer.


De Provinciale Staten kiezen minimaal drie en maximaal zeven gedeputeerden voor een periode van vier jaar. Deze Gedeputeerde Staten vormen met de Commissaris van de Koning het dagelijkse bestuur van de provincie. Ieder lid van Gedeputeerde Staten (de gedeputeerde) heeft een eigen takenpakket (portefeuille), bijvoorbeeld financiën, ruimtelijke ordening, verkeer of welzijn.
Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De vorige Provinciale Statenverkiezingen zijn gehouden op 20 maart 2019. De volgende Provinciale Statenverkiezingen zijn in 2023.
De commissaris van de Koning vertegenwoordigt het koninklijk gezag in een provincie en treedt dan ook nu in een provincie op als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering. De commissaris van de Koning is voorzitter van Provinciale Staten, maar officieel geen lid.

Slide 11 - Tekstslide

De waterschappen
In Nederland kennen we ook nog de waterschappen, welke ook een deel vormen van de overheid. Zij zijn verantwoordelijk voor het water in hun gebied en daarmee voor maatregelen tegen overstromingen en voor de zuivering van het afvalwater. 

De gemeenten, provincies en de waterschappen noemen we ook wel de lagere overheden.

Slide 12 - Tekstslide

5. Onder welk waterschap valt de gemeente Helmond? Gebruik eventueel Google om het juiste antwoord te vinden.

Slide 13 - Open vraag

6. Bij welke lagere overheid hoort de volgende activiteit:

Groenvoorziening in een woonwijk.
A
De gemeenten
B
De provincies
C
De waterschappen

Slide 14 - Quizvraag

7. Bij welke lagere overheid hoort de volgende activiteit:

Het versterken van dijken langs de Rijn
A
De gemeenten
B
De provincies
C
De waterschappen

Slide 15 - Quizvraag

8. Bij welke lagere overheid hoort de volgende activiteit:

Toestemming geven voor de aanleg van een kantorenpark
A
De gemeenten
B
De provincies
C
De waterschappen

Slide 16 - Quizvraag

Het Rijk
Met de overheid bedoelen de meeste mensen vaak het Rijk. Je hebt nu geleerd dat er meerdere overheden bestaan in Nederland. Het Rijk is onze centrale overheid. De ministers vormen het bestuur van het Rijk. Zij regelen vanuit Den Haag zaken die voor het hele land van belang zijn. Ze bedenken maatregelen om ons land goed te laten functioneren. De Tweede Kamer moet de plannen van de ministers goedkeuren en controleren. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door de burgers.

Slide 17 - Tekstslide

Ministers
Nederland heeft 12 ministeries met in totaal 18 ministers, namelijk:

Slide 18 - Tekstslide

9. Bij alle maatregelen moet de overheid rekening houden met voor- en nadelen voor verschillende groepen burgers en bedrijven.

Wie kunnen voordeel hebben van de aanleg van een nieuwe snelweg? Leg uit waarom zij er voordeel van hebben.

Slide 19 - Open vraag

10. Bij alle maatregelen moet de overheid rekening houden met voor- en nadelen voor verschillende groepen burgers en bedrijven.

Noem ook twee nadelen van een nieuwe snelweg.

Slide 20 - Open vraag

11. Bij alle maatregelen moet de overheid rekening houden met voor- en nadelen voor verschillende groepen burgers en bedrijven.

Waarom is het goed dat de Tweede Kamer de plannen van de ministers controleert?

Slide 21 - Open vraag

12. Wie is op dit moment de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media?

Slide 22 - Open vraag

Oefenen
Maak opdracht 1, 2 en 4 van bladzijde 212.

Klaar en wil je de opdrachten nakijken?

Slide 23 - Tekstslide