Pincode hoofdstuk 7.4

7.4 Eerlijk delen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 Eerlijk delen

Slide 1 - Tekstslide

In deze presentatie leer je:

- wat ontwikkelingssamenwerking is
- welke soorten ontwikkelingshulp er is
- hoe de overheid ontwikkelingslanden ondersteunt 
- hoe je zelf mensen in ontwikkelingslanden kunt helpen

Slide 2 - Tekstslide

🧠Welke uitspraak hoort bij het begrip “ontwikkelingsland”?

A
Een land waar iedereen toegang heeft tot een universiteit
B
Een land met veel armoede, hoge kindersterfte en weinig schoon drinkwater
C
Een land met een sterke munt en lage werkloosheid
D
Een land waar alleen jonge mensen wonen

Slide 3 - Quizvraag

🧠Wat betekent ‘welvaart’?
A
De mate waarin je gelukkig bent
B
De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien met geld
C
De hoeveelheid goederen die een land kan importeren
D
De mate waarin een land egoistisch is

Slide 4 - Quizvraag

🧠 Waarom zegt een hoog nationaal inkomen nog niet alles over de welvaart van een land?
A
Omdat rijke landen altijd weinig inwoners hebben
B
Omdat het nationale inkomen niet in euro’s wordt uitgedrukt
C
Omdat een groot deel van het inkomen naar het buitenland gaat
D
Omdat grotere landen vaak meer inwoners hebben, waardoor het inkomen per persoon kan verschillen

Slide 5 - Quizvraag

🧠Waarom is het handig dat veel EU-landen met de euro betalen?
A
Dan hoef je geen geld te wisselen als je op vakantie gaat
B
Dan zijn spullen altijd gratis
C
Dan krijg je geld cadeau van andere landen
D
Dan hoef je nooit meer te sparen

Slide 6 - Quizvraag

🧠Wat meet het “inkomen per hoofd van de bevolking”?
A
Het totale inkomen van het land gedeeld door het aantal inwoners
B
Het minimumloon in een land
C
De hoeveelheid export per inwoner
D
De gemiddelde prijs van voedsel per gezin

Slide 7 - Quizvraag

Samen kom je verder
ontwikkelingslanden krijgen hulp om armoede te bestrijden

ontwikkelingssamenwerking=
ondersteuning om samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te verbeteren

Hoe doen ze dit?
  • geld geven
  • kennis delen
  • eerlijke handel ( geen belasting heffen op producten uit ontwikkelingslanden)

Slide 8 - Tekstslide

Soorten hulp

Slide 9 - Tekstslide

wat doet Nederland?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

wat kun jij doen?

Slide 12 - Tekstslide

🧠 wat is ontwikkelingssamenwerking?
A
ondersteuning om samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te verbeteren
B
hoeveel iedereen in het land verdiend samen.
C
Samenwerking tussen rijke landen
D
door te berekenen wat het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking is

Slide 13 - Quizvraag

🧠 Welke soorten hulp zijn er?
A
financiële hulp
B
economische hulp
C
noodhulp/structurele hulp
D
hulp bij het vinden van werk

Slide 14 - Quizvraag

🧠 Wat doet Nederland aan ontwikkelingshulp?
A
landbouwmachines en waterinstallaties
B
De koning en koning gaan op bezoek om geld zaken te regelen
C
het verbeteren van de gezondheidszorg
D
geld geven

Slide 15 - Quizvraag

🧠 In welke van de onderstaande reeksen staan de stappen van de vicieuze cirkel van armoede in de goede volgorde?
A
Mensen verdienen weinig → mensen hebben honger → mensen kunnen niet werken → mensen hebben slechte gezondheid → mensen kunnen de dokter niet betalen
B
Mensen hebben honger → mensen hebben slechte gezondheid → mensen kunnen niet veel werken → mensen verdienen weinig → mensen kunnen de dokter niet betalen
C
Mensen hebben slechte gezondheid → mensen verdienen weinig → mensen hebben honger → mensen kunnen niet veel werken → mensen kunnen de dokter niet betalen
D
Mensen kunnen de dokter niet betalen → mensen verdienen weinig → mensen hebben honger → mensen hebben slechte gezondheid → mensen kunnen niet werken

Slide 16 - Quizvraag

🧠Wat doet de EU om bedrijven in Europa te beschermen tegen te veel spullen uit andere landen?
A
Ze geven geld aan buitenlandse bedrijven
B
Ze zorgen dat die spullen sneller binnenkomen
C
Ze zetten er extra belasting op
D
Ze maken reclame voor die producten

Slide 17 - Quizvraag

🧠Wat wordt bedoeld met ‘vrij verkeer van personen’ in de EU?
A
Je mag gratis met de trein in Europa
B
Je mag zonder controle wonen, werken of studeren in andere EU-landen
C
Je mag altijd stemmen in elk EU-land
D
Je hoeft nooit meer je paspoort te gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

Ga aan de slag maak 7.4 af.

Ben je klaar ga verder met de rekentrainer en de samenvatting

Slide 19 - Tekstslide