KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht

KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht

Slide 1 - Tekstslide

Inleidend verhaal
Het tijdvak waarbinnen de zeventiende eeuw zich afspeelt heet 'Regenten & Vorsten'. De vorst die hier vooral mee bedoeld wordt is de Franse koning Lodewijk XIV.

Hoewel in de Nederlanden de macht bij rijke burgers (regenten lag, was dit in Frankrijk anders geregeld. Lodewijk XIV (de Zonnekoning), was de koning van Frankrijk van 1643 tot 1715. Hij werd gezien als een absolute vorst. Hij besloot alles alleen op politiek, militair, economisch en religieus gebied. Hij stond zelf boven de wet en verminderde de macht van de steden en adel. 
Deze bestuursvorm heet het absolutisme: een staatsvorm waarbij de koning alle macht heeft en alleen aan God verantwoording hoeft af te leggen. 

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken
Verkorte versie: Het absolutisme
Tijdvak: Tijd van Regenten & Vorsten
Jaartallen: 1600-1700
Periode: Vroegmoderne Tijd
Samenleving: Landbouwstedelijke samenleving
Invalshoek: economie, politiek, cultuur
Mindmap: Lodewijk XIV, absolutisme (alleenheerser), droit divin (goddelijk recht), afschaffing Edict van Nantes, mercantilisme (Colbert)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Leerdoel
  • De leerling kan het begrip centralisatie uitleggen.
  • De leerling kan uitleggen wie Lodewijk XIV is.
  • De leerling kan het begrip absolutisme uitleggen.
  • De leerling kan het begrip droit divin uitleggen.
  • De leerling kan het verband uitleggen tussen Lodewijk XIV en het absolutisme.
  • De leerling kan koning Lodewijk XIV van Frankrijk als het voorbeeld van de absolute vorst in de 17e eeuw herkennen, benoemen en uitleggen.
  • De leerling kan politieke, economische en culturele kenmerken van het absolutisme herkennen,  benoemen en uitleggen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Test jezelf

Slide 10 - Tekstslide

KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht
Leg uit wat het kenmerkend aspect betekent aan de hand van een:
Bijvoorbeeld:
  • Persoon: Lodewijk XIV (Zonnekoning) is het voorbeeld van een absoluut vorst die heerste over Frankrijk tussen 1643 en 1715. Hij besloot alles alleen op politiek, economisch, militair en religieus gebied. 
  • Begrip: Een staatsvorm waarbij de koning alle macht heeft en alleen aan God verantwoording hoeft af te leggen (droit divin).
  • Gebeurtenis: Lodewijk XIV was streng wat betreft godsdienst. Hij trok het Edict van Nantes uit 1598 in waarmee Franse protestanten/Hugenoten godsdienstvrijheid hadden en vervolgde ze. Hij wilde dat iedereen katholiek was. 

Slide 11 - Tekstslide

KA 23: Het streven van vorsten naar absolute macht
Leg uit wat het kenmerkend aspect betekent aan de hand van een:
Maar nu in andere woorden dan het voorbeeld:
  • Persoon
  • Begrip
  • Gebeurtenis

Slide 12 - Tekstslide

In 1598 werd in Frankrijk het Edict van Nantes uitgevaardigd. Dit maakt een einde vaan de burgeroorlog tussen katholieken en protestanten. In 1685 trok koning Lodewijk XIV (r. 1643-1715) het edict weer in, omdat hij één godsdienst in zijn land wilde. Veel Franse protestanten vluchten toen naar de Nederlandse Republiek.
4p Leg uit:
- waarom veel Franse protestanten juist naar de Nederlandse Republiek vluchtten, en
- dat het beleid van Lodewijk XIV paste bij een kenmerkend aspect van de zeventiende eeuw.

Slide 13 - Open vraag

De Franse koning Lodewijk XIV (r. 1643-1715) staat bekend als een absoluut vorst. Hij benoemde Jean Baptiste Colbert (1619-1683), de zoon van een rijke lakenkoopman, tot minister. Dat was voor die tijd bijzonder, omdat Colbert niet van adel was.
4p Leg uit dat deze benoeming:
- paste bij een absoluut vorst uit die tijd, en
- samenhing met de maatschappelijke veranderingen die het handelskapitalisme met zich meebracht.

Slide 14 - Open vraag

Verdieping; Welke mensen droegen vroeger een pruik?

Rechters en advocaten begonnen in de 17e eeuw pruiken te dragen. Ze wilden zich onderscheiden van de gewone burgers. Daarnaast lieten de rechters zien dat ze onpartijdig waren doordat ze er allemaal hetzelfde uitzagen. Vervolgens nam de elite het dragen van een pruik over, zoals koning Lodewijk XIV. Zo kwam de 18e eeuw aan de naam Pruikentijd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video