De lijdende en bedrijvende vorm

Formuleren
Lijdende en bedrijvende vorm
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren
Lijdende en bedrijvende vorm

Slide 1 - Tekstslide

De bedrijvende vorm

a. De man koopt een computer


- Deze zin is actief

- In zin a staat een werkwoordelijk gezegde, een onderwerp en een lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

De lijdende vorm

b. De computer wordt door de man gekocht (passief)

- Er veranderen dan drie dingen:
1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden  te staan.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is worden)
OTTJan slaat de hond.De hond wordt door Jan geslagen.
OVTJan sloeg de hondDe hond werd door Jan geslagen.
OTTTJan zal de hond slaan.De hond zal door Jan worden geslagen.
OVTTJan zou de hond slaan.De hond zou door Jan worden geslagen.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
ActiefPassief (hulpwerkwoord is zijn)
VTTJan heeft de hond geslagen.De hond is door Jan geslagen.
VVTJan had de hond geslagen.De hond was door Jan geslagen.
VTTTJan zal de hond hebben geslagen.De hond zal door Jan zijn geslagen.
VVTTJan zou de hond hebben geslagenDe hond zou door Jan zijn geslagen.

Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen

Je krijgt zinnen te zien die of in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan.

Let op! Je hebt 10 sec om te antwoorden!

Slide 6 - Tekstslide

Hij zal waarschijnlijk de iPhone X kopen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 7 - Quizvraag

De auto is door de man gekocht.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 8 - Quizvraag

Je moet hem niet zo plagen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 9 - Quizvraag

Mijn jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 10 - Quizvraag

Hij keek door het zolderraam naar buiten.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 11 - Quizvraag

Om te laten zien dat helder formuleren heel belangrijk is, laat ik je een aantal voorbeelden zien, waarbij het goed is misgegaan. Probeer de fouten maar eens te achterhalen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide