2h: naamvallen Quiz en afsluiting

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Planung heute

keuzemodules

Quiz

Stunde 4 fertig und Abschluss von den naamvallen-------- 

toets 

Inschrijven Keuzemodules

1e naamval

4e naamval

3e naamval

meewerkend voorwerp

onderwerp

lijdend voorwerp

Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?

1. zin vragend maken
2. wie / wat + pv
3. wie / wat + onderwerp + gezegde
4. aan wie / voor wie

Hoe vind je het meewerkend voorwerp in een zin?

1. zin vragend maken
2. wie / wat + pv
3. wie / wat + onderwerp + gezegde
4. aan wie / voor wie

(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.

1. Sein
2. Seine
3. Seines
4. Seiner

Deine Ärztin hat (jou) ........... ein Antibiotikum verschrieben.

1. dich
2. für dich
3. deine
4. dir

Mit (+3) dies... Kinder... (Mv) spielt mein... Bruder.

1. diesem Kinder meinen
2. diesen Kindern mein
3. diesem Kindern mein
4. diesen Kindern meinen

Ich sehe d... Mann.

1. dem
2. der
3. den

Ich gebe mein... Mutter ein... Kuss (m).

1. meine, einen
2. meiner, einen
3. meiner, einem
4. meine, einem

Ich gebe (mijn)____ Kinder__ (mv) einen Lolly.

1. meinem
2. meinen, n
3. meinem, n
4. mein

Toets maken of learnbeat Stunde 4 fertig