M1B Gewervelden

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Hallo

Ga zitten, pak je boek en je laptop. 

Ga naar Lessonup.com

Nakijken Planten blz 204

1

2

3

4

5

6

7

8

9

Nakijken geleedpotigen. Blz 238

1

2

3

4a

4b

4c

4d

GEWERVELDEN

De stam van de gewervelden 

wordt onderverdeeld in 5 groepen

Gewervelde dieren

Het dierenrijk kent 7 stammen. 

Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'. 

Binnen de stam van de gewervelden zijn er 

5 groepen.

Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.

5 groepen

Ze hebben een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

   Uitzonderingen

Let op:

Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.

Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Vissen

kenmerken

kenmerken

kenmerken

kenmerken

0

kenmerken

Nog even over de opdracht!!

OPDRACHT ORDENING “ALLEMAAL ANDERS”

• WERK SAMEN IN EEN TWEETAL

A. TEKENEN:

-4 TEKENINGEN GEWERVELDE DIEREN: -3 DIEREN VAN SCHOOL

       -1 VRIJE KEUZE OF FANTASIEDIER

-4 TEKENINGEN VAN ONGEWERVELDE DIEREN: -3 DIEREN VAN SCHOOL

       -1 VRIJE KEUZE OF FANTASIEDIER

B. INFORMATIE OPZOEKEN

-Zoek alleen die informatie op die er gevraagd wordt (Punt 1 t/m 6).

-Formuleer je zinnen in eigen woorden, kopieer dus geen tekst letterlijk vanuit Wikipedia etc.

C. STAMBOOM MAKEN

-Punt 7: afbeelding zoeken

-Maak/teken op een apart blaadje, met de afbeeldingen, een stamboom van jullie 8 dieren uit het DIERENRIJK.

• INLEVERDATUM:

-Uiterlijk maandag 2 november

-Persoonlijk overhandigen aan je docent

-Zorg dat jullie namen op het mapje staan!

B. INFORMATIE OPZOEKEN

-Zoek alleen die informatie op die er gevraagd wordt (Punt 1 t/m 6).

-Formuleer je zinnen in eigen woorden, kopieer dus geen tekst letterlijk vanuit Wikipedia etc.

C. STAMBOOM MAKEN

-Punt 7: afbeelding zoeken

-Maak/teken op een apart blaadje, met de afbeeldingen, een stamboom van jullie 8 dieren uit het DIERENRIJK.

• INLEVERDATUM:

-Uiterlijk maandag 2 november

-Persoonlijk overhandigen aan je docent

-Zorg dat jullie namen op het mapje staan!

Tekenregels

• Gebruik een wit A4-papier blaadje per tekening.

• Deel het blad met randlijnen in zoals op de afbeelding 'TEKENREGELS'.

• Teken groot, gebruik dus ook voor kleine dieren de gehele ruimte binnen de randlijnen op je blaadje!

• Gebruik een scherp HB-potlood (geen kleurtjes)

• Geef de tekening een titel, en vermeld of het een natuurgetrouwe of schematische tekening is.

• Benoem de onderdelen van het lichaam of bijzondere details met rechte lijnen aan de zijkant.

Tekentips:

• Teken eerst in dunnen lijnen de contouren(omtrek) van het organisme.

• Let hierbij goed op de vorm en verhouding van de lichaamsdelen (de kop, lijfje, poten, vleugels etc.)

• Maak vervolgens de lijnen dikker in een vloeiende beweging.

• Teken niet ieder detail maar geef de belangrijkste lijnen in het lichaam van het organisme aan.

• Ga niet schetsen, arceren,  of inkleuren.

ingrijzen

Aan het werk!

Maak eerst 3.7 (blz 230) in je  boek.

Ga verder met de tekenopdracht:

Vandaag tekent ieder van jullie op z'n minst EEN GEWERVELD DIER.