Thema 5 vakantie Belangrijke woorden P4A

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

vakantie

Slide 3 - Woordweb

vakantie
We gaan nu de woorden oefenen die bij dit thema horen.

Succes!

Slide 4 - Tekstslide

Iets afzeggen of niet door laten gaan
A
bevestigen
B
annuleren
C
boeken
D
controleren

Slide 5 - Quizvraag

annuleren
We moesten de vakantie annuleren, omdat mijn moeder haar been brak tijdens het tennissen.

Slide 6 - Tekstslide

Aangeven dat iets doorgaat, zoals het is afgesproken.
A
annuleren
B
bezichtigen
C
controleren
D
bevestigen

Slide 7 - Quizvraag

Bevestigen
Wij bevestigen dat we komen en we zullen de rekening direct betalen.

Slide 8 - Tekstslide

Iets extra goed bekijken en bestuderen.
A
controleren
B
genieten
C
bezichtigen
D
bevestigen

Slide 9 - Quizvraag

Bezichtigen
In Parijs bezichtigen we tijdens onze vakantie de beroemde Eiffeltoren.

Slide 10 - Tekstslide

Reserveren
A
kopen
B
huren
C
controleren
D
boeken

Slide 11 - Quizvraag

Boeken
Wij boeken een vlucht naar Aruba voor de volgende zomervakantie.

Slide 12 - Tekstslide

Nakijken
A
controleren
B
maken
C
genieten
D
bevestigen

Slide 13 - Quizvraag

Controleren
Mijn ouders cotroleren of ze hun paspoorten wel hebben ingepakt.

Slide 14 - Tekstslide

Koffers en tassen die je meeneemt op reis.
A
De brochure
B
De bagage
C
De mobile telefoon
D
De reisdocumenten

Slide 15 - Quizvraag

De bagage
Mijn bagage voor de vakantie bestaat uit een rolkoffer en een kleine rugzak.

Slide 16 - Tekstslide

Het land of de plaats waar je tijdens een reis naar toe gaat.
A
De bestemming
B
De bezienswaardigheid
C
De excursie
D
Het toerisme

Slide 17 - Quizvraag

Bestemming
De bestemming van onze huwelijksreis was Venetië.

Slide 18 - Tekstslide

Iets wat de moeite waard is om te bekijken of te bezoeken.
A
De bagage
B
De bezienswaardigheid
C
De brochure
D
De excursie

Slide 19 - Quizvraag

Bezienswaardheid
We wilden deze bezienswaardigheid zo graag zien dat we er vier uur voor in de bus hebben gezeten

Slide 20 - Tekstslide

Een boekje met informatie
A
De excursie
B
De valuta
C
Het visum
D
De brochure

Slide 21 - Quizvraag

Brochure
In de brochure van het vakantieparadijs stonden prachtige foto's van een zwembad.

Slide 22 - Tekstslide

De douane
Grenspolitie
Bij de grens met Zwitserland controleerde de douane onze koffers.

Slide 23 - Tekstslide

Een uitstapje met als doel iets te leren.
A
De vakantie
B
Het verlof
C
De vaccinatie
D
De excursie

Slide 24 - Quizvraag

De excursie
Tijdens de excursie op het eiland leerden we alles over de zeldzame schildpad.

Slide 25 - Tekstslide

Alle belangrijke papieren voor een reis, zoals je paspoort of vliegtickets.
A
De reisdocumenten
B
De vaccinatie
C
De valuta
D
Het budget

Slide 26 - Quizvraag

Reisdocumenten
Wij moesten onze reisdocumenten laten zien, voordat we de grens over wilden.

Slide 27 - Tekstslide

Beschrijving van de weg die je moet afleggen om ergens te komen.
A
De wegenkaart
B
De routebeschrijving
C
De wegomleiding
D
De excursie

Slide 28 - Quizvraag

 routebeschrijving
Er stond een fout in de routebeschrijving waardoor we verkeerd zijn gereden.

Slide 29 - Tekstslide

Een inenting of een prik
A
De vaccinatie
B
Het medicijn
C
De wond
D
De besmettelijke ziekte

Slide 30 - Quizvraag

De vaccinatie
Ik moet een vaccinatie tegen Gele koorts halen voordat ik in India ga reizen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

De geldsoort van een bepaald land.
A
Het budget
B
Het toerisme
C
De valuta
D
Het visum

Slide 33 - Quizvraag

De valuta
De euro is een valuta waarmee je in veel Europese landen kan betalen.

Slide 34 - Tekstslide

Genieten is ergens plezier aan beleven.
Waar geniet jij van?

Slide 35 - Open vraag

Genieten
Genieten

Slide 36 - Tekstslide

De hoeveelheid geld die je ergens aan kan of wilt besteden.
A
De valuta
B
Het toerisme
C
Het budget
D
Het verlof

Slide 37 - Quizvraag

Het budget
Met ons budget kunnen we die dure boottocht niet betalen.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Waar denk je aan bij het zien van het vorige filmpje?

Slide 40 - Open vraag

Toerisme
Het toerisme in Curacao neemt toe, dus worden er steeds meer hotels gebouwd.

Slide 41 - Tekstslide

De tijd die je vrij krijgt van je werk.
A
Het verlof
B
De besteding
C
De opdracht
D
De werkdag

Slide 42 - Quizvraag

Het verlof
Ik heb al mijn verlof dit jaar opgenomen en kan dus geen vrij nemen met kerst.

Slide 43 - Tekstslide

Een vergunning om een land in of uit te reizen.
A
Het visum
B
De valuta
C
Het vaccin
D
Het budget

Slide 44 - Quizvraag

Het visum
zonder geldig visum kom je Rusland niet in.

Slide 45 - Tekstslide