les 2 blok 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Deze les

Uitleg examen gesprek voeren

Oefenen gesprek voeren

Examen gesprek voeren

• Overleg
• Specifieke opdracht ontvang je op het examen
• In drietallen

Beoordeling

• Gespreksvaardigheid 
  hoe zeg je het?
• Inhoudelijke bijdrage 
  wat zeg je?

Een overleg voorbereiden

Wat is het probleem?

Wat zijn de oplossingen?

Wat zijn de voor- en nadelen van de oplossingen

Een overleg voeren

Opening
Wat is het probleem?

Feitelijke situatie

Wat is er nu aan de hand?

Gewenste situatie

Wat zijn de oplossingen?

Afsluiting

Wat hebben we afgesproken?

Actieve gesprekshouding

• Je wendt je lichaam tot je gesprekspartner en je zit of staat rechtop.
• Je neemt een open houding aan. 
• Je vouwt bijvoorbeeld niet je armen over elkaar.
• Je gebruikt handgebaren om je boodschap te ondersteunen.
• Je maakt oogcontact met je gesprekspartner.
• Je humt en knikt, zodat je gesprekspartner merkt dat je luistert.
  

Gespreksregels

Gespreksregels

• je gesprekspartner laat uitpraten;
• ingaat op de boodschap van je gesprekspartner;
• je eigen boodschap duidelijk en beleefd verwoordt;
• niet te veel uitweidt, maar ook niet kortaf reageert.

Opdracht

Maak individueel opdracht 5 en voer in een tweetal en drietal opdracht 7 uit.

Starttaal 3f - Thema 4 - Hoofdstuk 6

Waar heb je nog vragen over?

Planning

Planning van de examens is te vinden op its learning.