woordvolgorde_1

Oefenen met woordvolgorde
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Oefenen met woordvolgorde

Slide 1 - Tekstslide

Standaardzin


Ik ga naar school




  1. Ik =onderwerp (subject)
  2. ga=werkwoord
  3. naar school=rest

Slide 2 - Tekstslide

Zin met inversie

Morgen ga ik naar school



1. Morgen
2. ga=werkwoord
3. ik=onderwerp (subject)
4. naar school=rest

Slide 3 - Tekstslide

Vraagzin die begint met werkwoord


Ga ik
morgen naar school?

Slide 4 - Tekstslide

Vraagzin die begint met vraagwoord


Wanneer ga ik naar school?

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen met twee werkwoorden


Ik wil morgen naar school gaan.

Slide 6 - Tekstslide

1.tijd - 2.manier - 3.plaats



Ik ga morgen (=tijd) op de fiets (=manier) naar school (=plaats).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Nu jij!

Slide 9 - Tekstslide

Oefening 1: Noteer 1 voor onderwerp, 2 voor, persoonsvorm, 3 voor ander zinsdeel tijd, 4 voor ander zinsdeel plaats, 5 voor ander werkwoord

1. De cursisten van groep twee ( ) beginnen ( ) om 13.00 uur ( ).
2. Aicha en Arnold ( ) hebben ( ) gisteren ( ) bij ons ( ) gegeten ( ).
3. De kat ( ) is ( ) op de tafel ( ) gesprongen ( ).
4. Dit ( ) is ( ) de vierde zin ( ).
5. Ik ( ) heb ( ) veel te veel ( ) gegeten ( ).
6. U ( ) kunt ( ) in de wachtkamer ( ) gaan ( ) zitten ( ).

Slide 10 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde:
heb – drie weken geleden – Ik – gekocht – een paar schoenen

Slide 11 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
teruggegaan – naar de winkel – de volgende dag – Ik – ben

Slide 12 - Open vraag

Zet in de goede volgorde:
nu – Ik – moet – lopen – met – twee verschillende schoenen

Slide 13 - Open vraag

Jullie zinnen
Toen ben ik in hun huis gekomen heb ik mij naar de hele familie voorgesteld.
Ik denk dat ze ook hun eigen kind missen maar toch was het niet zo veel tijd was alleen maar 5 dagen.
Op de eerste dag van het nieuw gezin alles is verschillend.
Ik herinner me dat vandaag ik met mijn moeder een rapport gesprek heb.

Slide 14 - Tekstslide

Vrijdag ik volgde de lessen in de ochtend, 's middags ging ik naar fysiotherapie.
Als wij klaar zijn dan gaat mijn moeder slapen, want zij moet heel vroeg waker worden dus ik moet doe de afwas.
Ik altijd neem de bus naar school.
Ik hoef niet naar school gaan vandaag omdat de andere persoon heeft ziek gemeld voor de hele week.
 

Slide 15 - Tekstslide

Schrijfopdracht


- Schrijf een tekst van 200 woorden
 - Onderwerp: De maand December  (blz. 96/97 OS)
- Inleveren: 8 december 
- Let op: 
werkwoordsvormen
woordvolgorde
werkwoordsvormen
woordvolgorde

Slide 16 - Tekstslide