5.2 Het oplossen van zouten

Hoofdstuk 5 - Zouten 
Uitleg oplossen van zouten
Gebruik oplosbaarheidstabel
Oplosvergelijking en indampvergelijking
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 - Zouten 
Uitleg oplossen van zouten
Gebruik oplosbaarheidstabel
Oplosvergelijking en indampvergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Doelen 

  • Ik kan uitleggen wat er gebeurt als een zout oplost.
  • Ik weet enkele triviale namen van zoutoplossingen (tb 5.2).
  • Ik kan met de oplosbaarheidstabel BINAS 45A onderzoeken welke zouten goed, matig en slecht oplossen.
  • Ik kan de oplosvergelijking opstellen van zouten.
  • Ik kan de indampgelijking opstellen van zoutoplossingen.

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Instructie p. 5.2
  • Maak opdracht uit het boek.

Slide 3 - Tekstslide

Vragen uit 5.1?

Slide 4 - Woordweb

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
NaCO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de zoutformule van calciumhydroxide?
A
CaOH2
B
Ca(OH)2
C
Ca2OH
D
(Ca)(OH)

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 8 - Quizvraag

Zet de juiste zoutnamen bij de verhoudingsformules. 
Na2SO3
Cu3(PO4)2
Fe2(CO3)3
natriumsulfaat
natriumsulfiet
koper(II)fosfaat
koper(IV)fosfaat
ijzer(II)carbonaat
ijzer(III)carbonaat

Slide 9 - Sleepvraag

Oplosbaarheid van zouten
Een zout:
  • postief-ion
  • negatief-ion
Oplossen in water
  • Ionen worden omgeven door water
  • Toestandsaanduiding: aq van aqua

Slide 10 - Tekstslide

Verzadiging

  • Zout-oplossing is verzadigd wanneer je geen zout meer kan oplossen.
  • Sommige zouten lossen maar een heeeeeel klein beetje op --> S
  • Sommige zouten lossen maar voor een gedeelte op --> M
  • Sommige zouten lossen goed op --> G, maar niet oneindig.

  • Je kan veel natriumchloride (keukenzout) oplossen, maar niet vele kilo's in 1 liter water.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Pak de Binas tabel 45A erbij!!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe is de oplosbaarheid van magnesiumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 14 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van ijzerbromide
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 15 - Quizvraag

Hoe is de oplosbaarheid van ammoniumfosfaat
A
goed
B
matig
C
slecht

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer is een zout oplossing verzadigd?
Als...
A
...de maximale hoeveelheid zout is opgelost
B
...de maximale hoeveelheid water is opgelost
C
...je niet meer kan roeren.
D
...de oplossing vast wordt.

Slide 17 - Quizvraag

Oplosvergelijking
voor de pijl:               na de pijl:
vast zout             zoutopLOSsing

NaCl(s)   -->  Na+ (aq)  +  Cl-(aq)

ionen aan                  ionen
elkaar vast                 LOS

Slide 18 - Tekstslide

Oplossen  van zouten
In de animatie hiernaast zie je wat er op microniveau gebeurt als een zout goed oplosbaar is in water: de ionen laten elkaar los en worden omringd door moleculen water.

Slide 19 - Tekstslide

 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

oplosvergelijking van aluminiumsulfaat: alle ionen laten elkaar los, er ontstaan 2 losse aluminiumionen en 3 losse sulfaationen
 Geef de oplosvergelijking van aluminiumsulfaat
1. noteer eerst de juiste verhoudingsformule van het zout voor de pijl. 
2. Noteer daarna de losse ionen MET lading erbij na de pijl. 

3. Vergeet niet kloppend te maken. Zet de getallen op de juiste plek

Slide 21 - Tekstslide

Geef de oplosvergelijking voor
Na2SO4

Slide 22 - Open vraag

Triviale namen, leer deze!
Na+ (aq) + OH- (aq)
Natriumhydroxide
Natronloog
K+ (aq) + OH- (aq)
Kaliumhydroxide
Kaliloog
Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Calciumhydroxide
Kalkwater
Ba2+ (aq) + 2 OH- (aq)
Bariumhydroxide
Barietwater

Slide 23 - Tekstslide

De oplosvergelijking van aliminiumfosfaat, , is:
AlPO4
A
Al3+(aq)+PO43(aq)AlPO4(s)
B
AlPO4(s)Al3+(aq)+PO43(aq)
C
Dit zout lost slecht op.
D
AlPO4Al3++PO43

Slide 24 - Quizvraag

Indampvergelijking
Na+(aq)+Cl(aq)NaCl(s)

Slide 25 - Tekstslide

De indampvergelijking van
zinknitraat is:
A
Zn2+(aq)+2NO3(aq)Zn(NO3)2(s)
B
Zn(NO3)2(s)Zn2+(aq)+2NO3(aq)
C
Zn2++2NO3Zn(NO3)2
D
Zn(NO3)2Zn2++2NO3

Slide 26 - Quizvraag

Vast 
zout
Zout-
oplossing
vast zout = verhoudingsformule
Opgelost zout = losse ionen
Alleen bij losse ionen de fase  (aq)
Bij de verhoudings-formule de fase (s)
Hydratatie van ionen
Stroomgeleiding bij vrij bewegende ionen

Slide 27 - Sleepvraag

5.3 Zouthydraat

Slide 28 - Tekstslide

5.3 Zouthydraten
Wat zijn zouthydraten?
Hoe worden zouthydraten gevormd?
Toepassingen van zouthydraten

Slide 29 - Tekstslide

Zouthydraten
  • Zouthydraten zijn Zouten die in staat zijn om water op te nemen in hun ionrooster, exotherm proces
  • Het water gebonden in het rooster heet kristalwater.

Slide 30 - Tekstslide

Zouthydraten naamgeving
  • Een zouthydraat wordt weergegeven als zout en de hydraten erachter met een punt
  • CaSO4 . 2H2O
  • calciumsulfaatdihydraat
  • Naam van het zout + hoeveel hydraten

Slide 31 - Tekstslide

Wat is een zouthydraat?
A
omringing van ionen door water
B
zout met kristalwater
C
zout in water
D
watermoleculen tussen ionen

Slide 32 - Quizvraag


Bekijk de volgende reactie:
CaSO. 2 H2O (s) --> CaSO4 + 2 H2
Deze reactie is een:
A
voorbeeld van ontledingsreactie
B
voorbeeld van het binden van water
C
voorbeeld van oplossen van calciumsulfaat
D
voorbeeld van verhitten van zouthydraat

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een toepassing van een zouthydraat in het dagelijks leven?
A
Droog- en koelmiddelen
B
Bouwmaterialen zoals gips, cement en beton
C
Reagentia zoals kopersulfaat
D
Alle drie de keuzen zijn goed

Slide 34 - Quizvraag