6.2 De Nederlandse Opstand 6.2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
- Wat weten jullie nog
- Karel V
- Filips II
- Beeldenstorm
- Tachtigjarige Oorlog
- Huiswerk + even oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Waar of niet waar? De brief met 95 stellingen die Luther op de kerkdeur spijkert is een aflaat
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 4 - Quizvraag

Mensen bleven trouw aan de kerk (katholieken) en werden trouw aan Luther (protestanten). Welk kenmerk hoort bij wie? (blz. 109)
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 5 - Sleepvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de taak van een stadhouder?
A
De stadhouder moest de belastingen voor Karel V ophalen
B
De stadhouder had geen belangrijke taak voor Karel.
C
De stadhouder moest Karel V de Nederlandse taal leren
D
De stadhouder bestuurde namens Karel V de gewesten.

Slide 18 - Quizvraag

Beeldenstorm
Filips II volgt Karel V op
Begin Nederlandse Opstand
Onafhankelijke Nederlandse staat
1588
1566
1555
1568

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
De Nederlandse Oorlog
B
De Tachtigjarige Oorlog
C
De Grote Oorlog
D
De Spaans-Nederlandse Oorlog

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk:
Lezen leertekst 6.2

Maak 6.2 opdrachten 1,2,3,4,8,9 op online leermiddelen (via planning)
Leren begrippen 6.1 + 6.2

Slide 21 - Tekstslide