Blokuur: argumentatiestructuren én oefenen met personages

Argumentatiestructuren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Argumentatiestructuren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet welke argumentatiestructuren er zijn;

Je kunt een argumentatiestructuur in een blokjesschema zetten

Slide 2 - Tekstslide

Argumenteren par. 2: argumentatiestructuren
Er zijn vier basisstructuren van argumentatie en sommige structuren komen ook in combinatie voor. 

Slide 3 - Tekstslide

enkelvoudige argumentatie

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.




Na een ramp of ongeluk zijn onherkenbare slachtoffers te identificeren.

Slide 4 - Tekstslide

onderschikkende argumentatie

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.



Er zullen minder misdaden gepleegd worden.



Mogelijke daders weten dat de pakkans veel groter is.

Slide 5 - Tekstslide

nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)

     Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.
      
     

        

Er zullen minder misdaden                  Na een ramp of een ongeluk

gepleegd worden.                                    zijn onherkenbare     
                                                                           slachtoffers te identificeren.
          
       

        2
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       


       
   
     
 
   
   
   
   
   

   
   

   
   
     
       
          onderschikkende argumentatie
       
     
   

   
   
     
        Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.Er zullen minder misdaden gepleegd worden.Mogelijke daders weten dat de pakkans veel groter is.
     
   

   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

Slide 6 - Tekstslide

nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.




Op een plaats delict is DNA                     Met DNA is iedereen te

te vinden van iedereen                              identificeren.

die daar is geweest.

Slide 7 - Tekstslide

Doen
Ga naar de online lesmethode NN;

Maak van H6 Argumenteren de opdrachten van paragraaf 2 argumentatiestructuren

Slide 8 - Tekstslide

Even 5 minuten pauze
Daarna 10 minuten lezen
timer
5:00
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Literatuur
Oefenen met personages 

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel
je kunt de theorie en de begrippen van het onderdeel personages herkennen en toepassen.

Slide 11 - Tekstslide

Voorkennis: uit welke onderdelen bestaat uit conflictmodel?

Slide 12 - Open vraag

Doen
Lees het tekstfragment uit Roxy van Esther Gerritsen

Beantwoord daarna de vragen 


Slide 13 - Tekstslide

Controle: geef het conflictmodel weer uit Roxy

Slide 14 - Open vraag