SpellingHerhaling
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De storm verwoest huizen en beschadigt bomen
"verwoest" =
"verwoest" =
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 4 - Quizvraag
De storm verwoest huizen en beschadigt bomen
"beschadigt" =
"beschadigt" =
A
pv tt
B
pv vt
C
vd
D
od
Slide 5 - Quizvraag
De gekantelde vrachtwagen werd door een rijdende truck op de kant geduwd
"gekantelde" =
"gekantelde" =
A
pv tt
B
vd
C
od
D
bn
Slide 6 - Quizvraag
De gekantelde vrachtwagen werd door een rijdende truck op de kant geduwd
"werd" =
"werd" =
A
pv vt
B
vd
C
od
D
bn
Slide 7 - Quizvraag
De gekantelde vrachtwagen werd door een rijdende truck op de kant geduwd
"geduwd" =
"geduwd" =
A
pv vt
B
vd
C
od
D
bn
Slide 8 - Quizvraag
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
C
Het huis is opgebrant
Slide 10 - Quizvraag
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
vint
Slide 11 - Quizvraag
Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Zij begeleiden de vrouw gisteren naar huis
B
Zij begeleidden de vrouw gisteren naar huis.
Slide 13 - Quizvraag
(worden) ... je vader boos als je een onvoldoende haalt?
A
word
B
wordt
Slide 14 - Quizvraag
Ik vind(en) het geweldig dat jij je aanmeld(en) om oudjes te helpen.
A
vind/aanmeld
B
vindt/aanmeldt
C
vindt/aanmeld
D
vind/aanmeldt
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60
Slide 17 - Quizvraag
De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961
Slide 18 - Quizvraag
Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
Slide 21 - Open vraag
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
als het pijn doet geef je maar een gil
als het pijn doet geef je maar een gil
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Samenstellingen schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Kies de juiste samenstelling
A
Kippenhok
B
Kippehok
Slide 25 - Quizvraag
Kies de juiste samenstelling
A
Aspergesoep
B
Aspergensoep
Slide 26 - Quizvraag
Kies de juiste samenstelling
A
Zonnescherm
B
Zonnenscherm
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de juiste samenstelling?
A
spinnenweb
B
spinneweb
Slide 28 - Quizvraag
Hoe schrijf je de samenstelling: beer + gezellig?
A
berengezellig
B
beregezellig
Slide 29 - Quizvraag
Maak er een samenstelling van
geboorte + cijfer =
geboorte + cijfer =
A
geboortecijfer
B
geboortencijfer
Slide 30 - Quizvraag
Hoe maak je de samenstelling:
verrassing+aanval
verrassing+aanval
A
verrassingsaanval
B
verrassingaanval
C
verrassingssaanval
Slide 31 - Quizvraag
Welke samenstelling is correct geschreven?
A
groenteboer
B
groentenboer
Slide 32 - Quizvraag
Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk
Slide 33 - Quizvraag
wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen
Slide 34 - Quizvraag
wel of geen koppelteken
A
dvd collectie
B
dvd-collectie
Slide 35 - Quizvraag
Juist of onjuist?
De man fluisterde: "Ik kan niet meer".
De man fluisterde: "Ik kan niet meer".
A
juist
B
onjuist
