5 maart B

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek, pen en
        papier
Groter scherm, laders,        en je telefoon
Op je tafel
Inloggen bij
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek, pen en
        papier
Groter scherm, laders,        en je telefoon
Op je tafel
Inloggen bij

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
OVER TAAL  3
'Kijk naar Taal'
Voor- en achtervoegsels
                                 blz.    128
Verwijswoorden
                                  blz. 130
                        

Slide 2 - Tekstslide

pag. 128 van je boek

Slide 3 - Tekstslide

Voor- en achtervoegsels

Opdracht 10  -   blz  129
Voorvoegsel    Betekenis                Voorbeeld
mis-                     slecht/verkeerd     . . .
on-                        niet                             . . .
her-                       nog een keer         . . .

Achtervoegsel  Betekenis              Voorbeeld
-baar                     je kunt het              . . .
-loos                      zonder                     . . .
-vol                         met veel                  . . .

Schrijf op een blaadje voor Woordweb straks 

Slide 4 - Tekstslide

Voorvoegsels
en
Achtervoegsels
                    Opdracht 8 - Vul de rijen aan
Onmogelijk -  niet mogelijk
Onhandig    - 
Ongelijk        - 
Oneven         -
Onbekend    - 
Drinkbaar     -   je kunt het drinken
Eetbaar         -
Voelbaar      - 
Betaalbaar   - 
Rekbaar        -

Slide 5 - Tekstslide

Typ woorden met
voorvoegsel

mis- / on- / her-

Slide 6 - Woordweb

Typ woorden met
achtervoegsel

-baar / -loos / -vol

Slide 7 - Woordweb

Voor- en achtervoegsels
Sommige woorden hebben
zowel 
een voorvoegsel

als
een achtervoegsel
Ontroostbaar

Slide 8 - Tekstslide

Deze auto is  ........  



( betalen )  

Slide 9 - Tekstslide

Deze auto is   . . . . . . . . .    [woord met voor- en achtervoegsel] 
( betalen )

Slide 10 - Woordweb

Er zijn   . . . . . .    veel sterren
(tellen)

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn  . . . . .  veel sterren
(tellen)

Slide 12 - Woordweb

Een stenen pot is niet  . . . . . . . . . 
( breken )

Slide 13 - Woordweb

Vragen
Over voor- en achtervoegsels?

Door naar
Verwijswoorden
blz.  130

Slide 14 - Tekstslide

Bladzijde 130
Verwijswoorden

Slide 15 - Tekstslide

V E R W I J S 
W O O R D E N
Dat
Ze komen eraan
Door deze kan ik het zien
Dit
Daar
Zij
Hij
Die

Slide 16 - Tekstslide

Woorden als  hier, deze, ze, hun  zijn verwijswoorden.

Verwijswoorden verwijzen naar iets wat in de tekst is genoemd
-  een woord;
-  een groep woorden;
- een zin.
Opdracht 12, blz. 131

Slide 17 - Tekstslide


1. Afgelopen september werd een jongen verhoord op het politiebureau toen daar iets bijzonders gebeurde.
2. Hij redde namelijk het leven van de agent die hem verhoorde
3. Wil je horen hoe dit ging?
4. De agent viel ineens op de grond en de jongen liep naar hem toe.
5. Maar hij kon niets doen want hij had handboeien om. Die kreeg hij niet af. 
6. Omdat hij collega's van de agent riep, konden die snel ingrijpen.
7. De agent ging naar het ziekenhuis en hij overleefde een hartaanval.
8. De verpleegsters daar vertelden dat de jongen en de collega's een leven hebben gered.
9. Als zij niet zo snel waren geweest, was de agent zeker overleden. 
Bladzijde 131         Opdracht 12

Slide 18 - Tekstslide

Maak de opdracht
in je schrift

Maak een foto ervan
en stuur op
Bladzijde 131         Opdracht 12

Slide 19 - Tekstslide

Werk aan opdracht 12

Slide 20 - Tekstslide


Lever in

uiterlijk vandaag 14 uur

Tot de volgende keer

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide