Procenten deel 1 - 1C 26jan'21

1C - 26 jan '21                                    
twee vragen in classroomde
huiswerk inleveren (38, 39, 40, 41, 42, 43)
Lessonup (registreren voor vrijdag)bij de start van  les
laat weten dat je klaar bent
Ga naar lesson.app
Vul de code in 
doel: aan het eind van de les weet je wat procent is
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1C - 26 jan '21                                    
twee vragen in classroomde
huiswerk inleveren (38, 39, 40, 41, 42, 43)
Lessonup (registreren voor vrijdag)bij de start van  les
laat weten dat je klaar bent
Ga naar lesson.app
Vul de code in 
doel: aan het eind van de les weet je wat procent is

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij procenten?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Procent
  • Cent betekent 100
  • procent betekent van de honderd
  • breuken
  • decimale getallen

Slide 3 - Tekstslide

Procenten zijn ontstaan binnen het rekenen met geld in de oudheid. Vroeger ruilde met bijvoorbeeld twee broden voor een kip. Daarna begon men met zout en schelpen te ruilen. En vervolgens ontstonden er dukaten. De euro die jij kent is pas in 1999 ingevoerd, daarvoor was er de Nederlandse gulden. Je weet zelf dat verschillende landen een andere munteenheid hebben.
De rest is geciteerd uit Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen (Galen, et al., 2005),
“In de eerste instantie werd rente en belasting uitgedrukt in een verhouding. Rente kon bijvoorbeeld worden aangegeven als: op iedere 300 dukaten worden 5 dukaten als rente gegeven. Bij de invoering van een nieuw belastingstelsel in 1569 werd gesteld dat iedere ‘Tiende Penning’ aan belasting moest worden betaald, dus één op elke tien penningen. Werken met zulke verhoudingsgetallen heeft als nadeel dat het vergelijken van verhoudingen lastig is”.
Jullie vinden het toch ook moeilijk om twee van de drie en drie van de vijf te vergelijken? Welke is meer/ minder?
“Om dit probleem op te lossen ging men gebruikmaken van een gestandaardiseerde verhouding door ‘op de honderd’ te gaan rekenen. Het Franse ‘per cent’ werd verbasterd tot ‘procent’, wat staat voor een verhouding waarbij een van de getallen op honderd is gesteld.

Wat betekent het woord procent?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is 20 % van € 2,25 ?

20 %  = 0,20 

0,20 x 2,25 = 0,45 
=10020

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3:5
60
1/3
33,3
1 van de 6
16,7
1/5
2 van de 6
30
10

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken 49 t/m 52: 
Kijk je werk na en lever het in in Classroom bij 
Huiswerk voor 27 januari. 
Je werk wordt gecontroleerd
Klaar?
vraag/hulp?
Blz. 194

+ werkblad
Rekenen met procenten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was deze les voor jou?
timer
0:30
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies