1 vs 100 Quiz: Era 9

Round 1
1900 - 1939
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Round 1
1900 - 1939

Slide 1 - Tekstslide

What can be seen on this image?
A
Effect of the First World War
B
Trigger event of the First World War
C
Indirect cause of the Frist World War
D
Direct cause of the First World War

Slide 2 - Quizvraag

Which murder marked the start of the First World War?
A
Murder on the German Kaisar Wilhelm II
B
Murder on the Russian Czar Nicolas II
C
Murder on the Emperor of Austria-Hungary Franz-Josef
D
Murder on the Austrian-Hungarian crown prince Franz-Ferdinand

Slide 3 - Quizvraag

In 1914 many countries went to war which each other. Which is not a cause?
A
nationalism
B
national-socialism
C
militarism
D
Allies

Slide 4 - Quizvraag

Nationalism is:
A
wanting your own state for your people
B
Having great love for your people and country
C
having an army to defend your beloved country
D
Not being weaker than other peoples and other countriess

Slide 5 - Quizvraag

What was the goal of the Von Schlieffenplan?
A
To ensure Germany's opponents would have to fight at 2 fronts
B
ensure Germany had to fight at two fronts
C
prevent that Germany's oppontents had to fight at 2 fronts
D
prevent that Germany had to fight at two fronts

Slide 6 - Quizvraag

Choose the correct order of appearance
A
Lenin, Stalin, Nicolas II
B
Nicolas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolas II
D
Nicolas II, Stalin, Lenin

Slide 7 - Quizvraag

Who was the communist leader of the Russian Revolution?
A
Nicolas II
B
Franz-Ferdinand
C
Lenin
D
Pjotr Pushkin

Slide 8 - Quizvraag


First World War lasted...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945

Slide 9 - Quizvraag

What was not in the Treaty of Versailles?
A
Germany had to surrender its colonies
B
Germany had to pay war reperations
C
Germany had to surrender 15% of their land
D
German army could have no more than 10.000 soldiers

Slide 10 - Quizvraag

How was Germany governed immediately after the war?
A
every bundesland had another leader
B
Another Kaisar
C
As a republic
D
By a dictator

Slide 11 - Quizvraag

Eerste Wereldoorlog
Tweede Wereldoorlog
timer
0:25

Slide 12 - Sleepvraag

De opkomst van Hitler
Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je de opkomst van Hitler duidelijk maakt.
timer
1:00
...
...
...
...
...
...

Slide 13 - Sleepvraag

Begrippen
timer
0:25
anti-semitisme
Appeasement politiek
Heims in Reich
Anschluss
Blitzkrieg
niet-aanvalsverdrag (molotov-ribbentrop pact)

Slide 14 - Sleepvraag

Ronde 2
1939 - 1945

Slide 15 - Tekstslide

Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalspact?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije

Slide 16 - Quizvraag

De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog

Slide 18 - Quizvraag

timer
0:25
Winston Churchill
Adolf Hitler
Franklin Roosevelt
Jozef Stalin
Benito Mussolini
Werd in mei 1940 minister-president.
Werd ook wel Il Duce genoemd.
Was de opvolger van Lenin
Werd ook wel Führer genoemd
Is de langstzittende president.

Slide 19 - Sleepvraag

Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging

Slide 20 - Quizvraag

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog?
A
Operatie Barbarossa
B
De Russische Revolutie
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Het niet-aanvalsverdrag van 1939

Slide 21 - Quizvraag

Vooraf controleren van de pers
A
Gelijkschakeling
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur

Slide 22 - Quizvraag

Gebeurtenissen
timer
0:25
D-day
Slag om Stalingrad
Inval Polen
Battle of Britain
Hiroshima en Nagasaki
Operatie Barbarossa

Slide 23 - Sleepvraag

De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 24 - Quizvraag

De Tweede Wereldoorlog eindigde in Nederland op:
A
10 mei 1944
B
10 mei 1945
C
5 mei 1945
D
4 mei 1945

Slide 25 - Quizvraag

Ronde 3
1945 - heden

Slide 26 - Tekstslide

Sleep de namen van de leiders en de vlaggen van landen waar ze vandaan komen naar de juiste persoon in de foto.
timer
0:25
Churchill
Stalin
Roosevelt

Slide 27 - Sleepvraag

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
Domino-theorie

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 29 - Quizvraag

timer
0:25
Westen
Oosten

Slide 30 - Sleepvraag


Welke personen zijn afgebeeld in de bron?
Gebruik de bron
A
Links: Stalin Rechts: Reagan
B
Links: Gorbatsjov Rechts: Kennedy
C
Links: Gorbatsjov Rechts: Reagan
D
Links: Chroesjtsjov Rechts: Kennedy

Slide 31 - Quizvraag


Naar aanleiding van welke gebeurtenis werd het Warschaupact in 1955 opgericht?
A
de aanleg van het IJzeren Gordijn dwars door Europa
B
de bouw van een muur tussen Oost- en West-Berlijn
C
de stichting van de DDR door de communisten
D
de toetreding van de BRD tot de NAVO

Slide 32 - Quizvraag

Welke
historische gebeurtenis
herken je in de bron?
Gebruik de bron
A
De Japanse aanval op Pearl Harbor
B
De Amerikaanse invasie tijdens de Cubacrisis
C
De Bevrijding van Amsterdam
D
De luchtbrug tijdens de blokkade van Berlijn

Slide 33 - Quizvraag

De val van de Berlijnse Muur was in ...
A
1987
B
1988
C
1989
D
1990

Slide 34 - Quizvraag


Hoe werden de economische hervormingen in de Sovjet-Unie in de tweede helft van de jaren '80 van de 20e eeuw genoemd?
A
Glasnost
B
Gorbatsjov
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 35 - Quizvraag

timer
0:10
Berlijnse Blokkade
Cuba-crisis

Slide 36 - Sleepvraag

timer
0:10
Val van de Berlijnse Muur
Uiteenvallen van de Sovjet-Unie

Slide 37 - Sleepvraag

Welk persoon wordt hier bedoeld?

Een van de grondleggers van het zionisme, waarover hij in zijn boek Der Judenstaat schreef.
A
Theodor Herzl
B
David Ben-Goerion
C
Yitzhak Rabin
D
Menachim Begin

Slide 38 - Quizvraag

Welk jaar hoort bij dit kaartje?



(klik op afbeelding voor een grote versie)
A
1947: Dit is het Verdelingsplan van de VN
B
1949: Dit is het resultaat van de Arabisch-Israëlische Oorlog
C
1967: Dit is het resultaat van de Zesdaagse Oorlog
D
1967: Dit is het resultaat van de Suezcrisis

Slide 39 - Quizvraag


A
Deze persoon heet David Ben-Goerion. Hij richtte na de Tweede Wereldoorlog de staat Israël op.
B
Deze persoon heet David Ben-Goerion. Hij richtte na de Zesdaagse Oorlog de staat Israël op.
C
Deze persoon heet Theodor Herzl. Hij richtte na de Tweede Wereldoorlog de staat Israël op.
D
Deze persoon heet Theodor Herzl. Hij richtte na e Zesdaagse Oorlog de staat Israël op.

Slide 40 - Quizvraag

Na de Koude Oorlog was voor de Verenigde Staten het communisme niet meer de grootste vijand.

Wat was volgens de Verenigde Staten de 'nieuwe vijand'?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het terrorisme

Slide 41 - Quizvraag