10.1 Opgroeien

10.1 Opgroeien
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.1 Opgroeien

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
Welke levensfasen er zijn.
Waardoor je verandert.
Hoe je groeit.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Levensfasen
In elke levensfase vindt er ontwikkeling plaats
- lichamelijk
- geestelijk

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hormonen
Hormonen zijn regelstoffen die berichten doorgeven aan organen

Worden gemaakt in hormoonklieren

Belangrijkste is de hypofyse

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Wat ga je doen.
Maken opdrachten. 
*Maken van 10.1 opdrachten  1 t/m 9 vanaf bladzijde 9 ( ongeveer 20 minuten).
*Start tijdlijn van je leven, je krijgt een groot vel. 

Slide 8 - Tekstslide

10.1 Opgroeien

Slide 9 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je leert:
welke levensfasen er zijn
waardoor je verandert
hoe je groeit

Slide 10 - Tekstslide

Je botten groeien. Wat is de goede volgorde?
A
botcellen reageren op groeihormoon - celgroei - celdeling
B
botcellen reageren op groeihormoon - celdeling - celgroei
C
celgroei - celdeling - botcellen reageren op groeihormoon
D
celdeling - celgroei - botcellen reageren op groeihormoon

Slide 11 - Quizvraag

Welke cellen delen zich waardoor je botten groeien?
A
harde beencellen
B
kraakbeencellen
C
beenmergcellen
D
vetcellen

Slide 12 - Quizvraag

hoe heten de schijven waar deze kraakbeencellen liggen?
A
groeischijven
B
deelschijven
C
puberteitschijven
D
bamischijven

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Botgroei
Waar? Uiteinden van de pijpbeenderen, kaak, heupen, wervelkolom
Wat? Kraakbeencellen zitten in groeischijven. 
Wat gebeurt er als je stopt met groeien? Groeischijven waren van kraakbeen, worden van been

Slide 15 - Tekstslide

Er zijn verschillen tussen jongens en meisjes als het gaat om welke botten doorgroeien. Jongens krijgen (een) bredere ...(1)... en meisjes krijgen (een) bredere ...(2)....
A
1. heupen 2. borstkas
B
1. borstkas 2. heupen
C
1. dijbenen 2 enkels
D
1. enkels 2. dijbenen

Slide 16 - Quizvraag

Einde deel 2
HUISWERK:

Maken van 10.1 opdr:
t/m opdracht 17.


Slide 17 - Tekstslide