les 4 19 maart 5.6 en evt. oefenen 5.3 en 5.5

les 4 19 maart 5.6 en evt. oefenen 5.3 en 5.5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 4 19 maart 5.6 en evt. oefenen 5.3 en 5.5

Slide 1 - Tekstslide

Welkom h2b! Start met lezen
Planning 
 Dagopening
Startopdracht
Instructie 5.6 Grammatica
 Oefenen klassikaal 
en zelf (laptop)
Zelfstandig 
opdrachten maken
Afsluiting 
Leg je lesboek, laptop (dicht) en je schrift klaar. 
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

startopdracht
Maak opdracht 1 blz. 100 
in je schrift. 
Tip: sla achter elke uitdrukking een regel over voor de betekenis.
Je mag samenwerken
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

5.6 Grammatica: ww-soorten
neem dit schema over in je schrift! 

Slide 4 - Tekstslide

stap 1 
Is het werkwoord een 
hoofdwerkwoord 
of 
hulpwerkwoord (hww)
Hoofdwerkwoord: belangrijkste woord uit de zin.
hww: de andere ww uit die zin.

Slide 5 - Tekstslide

stap 2 
Is het  hoofdwerkwoord een 
zelfstandig werkwoord (zww)
of  een
koppelwerkwoord (kww) ?

zww: wat iets of iemand  doét
kww: wat iets of iemand ís

Slide 6 - Tekstslide

stap 3a / 3b 
3azelfstandig werkwoord(zww)
= WW: pv + overige ww

3b koppelwerkwoord (kww)
= NG: pv [nw.deel] + overige ww
(!!ZWaBBeLS+HDV)

Slide 7 - Tekstslide

stap 4
Als het hoofdwerkwoord zww of kww is, dan zijn de overige ww: hulpwerkwoorden (hww)
  • dus: alleen in combinatie met zww of kww. 
  • en in elke zin met méér dan één werkwoord


Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 
1. Mijn verjaardag wordt morgen gevierd. 
2. Ik ben timmerman geworden.
3. Ik heb vorige week mijn diploma behaald. 
4. Zij wil later clown worden. 

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met zinnen
Volg het schema ! 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het koppelwerkwoord?
Karel schijnt jarig te zijn.

Slide 11 - Open vraag

Ik ben naar huis gelopen.
Het laatste werkwoord is een:
A
koppelwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
hulpwerkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Is het woord tussen haakjes een zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten.( heb)
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Dat boek van jou lijkt me erg goed.
lijkt = ...

A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 14 - Quizvraag

Meneer Reitsma blijft altijd geduldig.

blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
koppelwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 15 - Quizvraag

Jacob is een oplettende leerling.

is =
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 16 - Quizvraag

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 17 - Quizvraag

Hij is altijd al een opschepper geweest.
A
is = kww geweest = kww
B
is = kww geweest = hww
C
is = hww geweest = kww
D
is = hww geweest = hww

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk

Maken opdracht 1 en 2 blz. 217




timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting

  • Maak een delftsblauw tegeltje met een uitdrukking en zoek de herkomst van een uitdrukking op (internet). 
Wordt vervolgd..
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Doel behaald?

  • Ik weet van elk werkwoord in de zin welk soort het is:  
> zelfstandig werkwoord (zww)
of
>  koppelwerkwoord (kww)
of 
>hulpwerkwoord (hww)


Volgende les 20 maart:
vervolg tegeltje met uitdrukking
herhaling 5.6 + bespreken hw
Inleveren boekopdracht: 27 maart! 

Afsluiting en huiswerk

  • maken opdr. 1 en 2 blz. 217 (gebruik je schema)  
  • leren: theorie WG en NG; blz. 210 en 214 en WW-soorten216 (voor SO 26 maart)! Tip: Leer het schema uit je hoofd! 

Slide 22 - Tekstslide