brein

Breingeheimen
Wist je dit??
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Breingeheimen
Wist je dit??

Slide 1 - Tekstslide

Je kunt al leren!
Vanaf je geboorte kan je al leren. 
Wat heb jij allemaal al geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Wees dus niet bang dat je niet kunt leren!
Wees dus niet bang dat je niet kunt leren!

Slide 3 - Tekstslide

neuronen
Neuronen sturen je lichaam aan. 
Ze kunnen berichten ontvangen en doorgeven. 
Als je wilt dat je benen gaan lopen, dan sturen neuronen een berichtje naar je spieren in je benen en die gaan dan bewegen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wist je dat: 
- Je hersenen wegen 1,5 kilo.
- Bestaat uit 86 miljard neuronen
- Als je nieuwe dingen leert, ontwikkelen je hersenen zich. Er ontstaan nieuwe verbindingen. 
- Niet zeuren! Hoe meer je zeurt, hoe beter je daar in wordt.
Wat je aandacht geeft groeit! 
- Als je dit geen aandacht meer geeft, worden deze verbindingen gekapt. Ze worden zwakker en verdwijnen. 

Slide 5 - Tekstslide

Wist je dat: 
-Netwerken: net als er online netwerken zijn en er ontstaan, gebeurt dit ook in je hersenen. Als dit nog niet gebeurd is en ze werken dus nog niet zo goed samen, dan kan je wel eens domme dingen doen. 
- Emoties spelen een belangrijke rol. Hoe interessanter je iets vindt, hoe beter je die informatie kan opnemen. 
- Als je slaapt, groei je. 
- Planning maken: Hoe vaker je het doet, hoe beter je er in wordt. 

Slide 6 - Tekstslide

Hersenen
Zou jij nog iets speciaals willen weten over je hersenen? 
 Dan ga ik dat voor je uitzoeken. 

Slide 7 - Tekstslide

Jouw kwaliteiten
Wat zijn jouw kwaliteiten??
Waar ben jij goed in?

mentimeter.com

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Jouw verbeterpunten
Wat zijn jouw verbeterpunten?
Waar wil jij beter in worden?
Waar wil je graag aan werken?
(lijst maken met hoe welk cijfer ze zich nu geven en na oefenen)

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerkplanning
Kan je werken met Magister?
Kan je werken met een agenda? 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk maken
Wanneer heb je daar elke dag tijd voor?
Een vast moment
Heb je een vaste plek?
Wie kan je helpen als je er thuis niet uitkomt?

Slide 12 - Tekstslide