1kgt - Much / many LEW

wb.p. 82  tb.p. 113 + notebook
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

wb.p. 82  tb.p. 113 + notebook

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • Vertellen wat much, many betekenen in het NL.

  • Het verschil in gebruik tussen much, many uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat denk jij dat much en many betekenen?

Slide 3 - Open vraag

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.


  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal hetzelfde. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much water 

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 6 - Tekstslide

MANY

gebruik je als het woord dat erna komt telbaar is.


He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?
                           MUCH

gebruik je als het woord dat erna komt niet telbaar is. 


That is so much water!
He has got much time


Slide 7 - Tekstslide

telbaar

ontelbaar
woorden waar je een cijfer voor zou kunnen zetten

     many apples

     many children


     many cups

bij deze woorden kan je niet een cijfer voor zetten

   much water

    much money


    much sand

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

There is not ...... work.
A
many
B
much

Slide 11 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ....... sand is there in the dessert?
A
many
B
much

Slide 12 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

How ..... panda bears are there in this zoo?
A
many
B
much

Slide 13 - Quizvraag

REMEMBER: many (telbaar) / much (ontelbaar)

We have ....... beach balls.
A
many
B
much

Slide 14 - Quizvraag

There are so ............. ducks in the water.
A
many
B
much

Slide 15 - Quizvraag

A forest is made of .............. trees together.
A
many
B
much

Slide 16 - Quizvraag

There are ........... wolves in this background picture.
A
many
B
much

Slide 17 - Quizvraag

I eat ................ rice.
A
many
B
much

Slide 18 - Quizvraag

people drink .................. water.
A
many
B
much

Slide 19 - Quizvraag

people drink .................. glasses of water.
A
many
B
much

Slide 20 - Quizvraag

Ik weet nu wanneer ik 'many' en wanneer ik 'much' moet gebruiken.

Slide 21 - Poll

Practice                wb.p. 82
Do: worksheet
Do ex. 25/ 26 

Finished? Start on the test yourself wb.p. 85. 
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

telbaar

ontelbaar


     many apples

     many children


     many cups



   much water

    much money


    much sand

Slide 23 - Tekstslide

Homework 
Learn grammar 19 (much/many)
Repeat words G u/i I 


Test next week Tuesday


Slide 24 - Tekstslide