Kopen en Werken hoofdstuk 6 deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vorige les

• vraag en aanbod
• consumenten en producenten
• goederen en diensten
• vraagvergelijking
• betalingsbereidheid en vraaglijn

                                                                                             Qv = -200P + 1.000 

___________________

maximale betalingsbereidheid is € 5

vul € 5 in in de vraagvergelijking 

Qv = -200 x 5 + 1.000

Qv = -1.000 + 1.000

Qv = 0

Lesdoelen vandaag 

• Je kunt de leveringsbereidheid berekenen en de aanbodlijn tekenen
• Je kunt de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid berekenen

Aanbodvergelijking

Qa = 400P - 500

Hoeveel geraniums worden er aangeboden bij een prijs van € 2

Qa = 400 x 2 - 500

Qa = 800 - 500

Qa = 300

Qa = 400P - 500
Vanaf welke prijs worden er geen
geraniums meer aangeboden?

Qa = 400P - 500
Hoeveel geraniums worden er aangeboden
bij een prijs van € 2

Aanbodvergelijking

Qa = 400P - 500 Vanaf welke prijs worden er geen geraniums meer aangeboden?

Qa = 400P - 500  

400P - 500 = 0 

400P = 500

P = 1,25

Aanbieders zijn dus pas bereidt aan te bieden vanaf een prijs van 1,25 euro : dit noem je de leveringsbereidheid.

Marktevenwicht

Wanneer vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn is er marktevenwicht.

Dus marktevenwicht is er wanneer:

Qv=Qa

De prijs in het marktevenwicht kunnen we uitrekenen door de vergelijking Qv=Qa op te lossen

Qv=-200p + 1000
Qa=400p-500
p in euro's
Bereken de prijs in het marktevenwicht

Marktevenwicht

  Qa = 400P - 500  én Qv = -200P + 1.000

wordt

Qa=Qv

400P - 500 = -200P + 1.000

600P = 1.500

P = 1.500 / 600

P = 2,50

Qa = 400P - 500 én Qv = -200P + 1.000
De berekende evenwichtsprijs is € 2,50
Bereken de evenwichtshoeveelheid

Controleer jezelf 

Qa = 400P - 500  én Qv = -200P + 1.000

Berekende evenwichtsprijs € 2,5 zorgt voor Qa = 500. Dan moet Qv ook 500 zijn.

Check:

Qv = -200P + 1.000

Qv = -200 x 2,5 + 1.000

Qv = -500 + 1.000

Qv = 500

consumeren of investeren?

Consumeren is het kopen van goederen of diensten door gezinnen

Investeren is het kopen van goederen of diensten door bedrijven

Maken 6.8 t/m 6.12