2.2 Hoorcollege 4 - Voeding bij kinderen

Vragen over hoorcollege 3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voeding en DietetiekHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vragen over hoorcollege 3

Slide 1 - Tekstslide

Sofie is 9 maanden: wat voor melk is voor haar geschikt?
A
Vanaf 9 maanden kan koemelk gebruikt worden
B
Borstvoeding of opvolgmelk
C
Peutermelk
D
Lactosevrije melk

Slide 2 - Quizvraag

Noem 3 redenen waarom een baby vanaf 6 maanden vaste voeding nodig heeft:

Slide 3 - Open vraag

Als een kind iets niet lust, hoeveel keer aanbieden kan het duren voordat het kind het wel accepteert?
A
Een paar keer
B
5-10 keer
C
10-15 keer

Slide 4 - Quizvraag

Terug naar hoorcollege

Slide 5 - Tekstslide

Vragen bij leerdoel 1 en 2
  • Je benoemt de knelpunten in de voeding van kinderen
  • Je bediscussieert het gebruik van peutermelk

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel % van de kinderen van 1-3 krijgt een vitamine D supplement?
A
10%
B
30%
C
70%
D
100%

Slide 7 - Quizvraag

Welke productgroepen worden te weinig geconsumeerd door kinderen van 1-3 jaar
A
Vlees en Fruit
B
Groenten en Melk
C
Vetten en Melk
D
Groenten en Brood

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel kinderen spelen iedere dag buiten?
A
5%
B
14%
C
20%
D
30%

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de trend in overgewicht en obesitas onder kinderen tót 18 jaar?
A
De percentages overgewicht & obesitas nemen af
B
De percentages overgewicht & obesitas blijven gelijk
C
De percentages overgewicht & obesitas nemen toe

Slide 10 - Quizvraag

Peutermelk: Wat is een nadeel?
A
Kinderen halen niet de norm voor vitamine D en ijzer uit de peutermelk alleen
B
Kinderen leren zo minder goed een gezond eetpatroon aan
C
Kinderen drinken mogelijk niet voldoende melk en dan helpt het onvoldoende
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer is peutermelk aan te raden?

Slide 12 - Woordweb

Terug naar hoorcollege

Slide 13 - Tekstslide

Vragen bij leerdoel 3 en 4
  • Je onderbouwt welke opvoedingsstijl en -praktijken aanbevolen worden om gezond eetgedrag bij kinderen te stimuleren.
  • Je legt uit wat de invloed van (sociale en fysieke) omgeving is op eetgedrag.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van een gezaghebbende opvoedstijl?

Slide 15 - Woordweb

Op welke manieren speelt de sociale omgeving een rol in het eetgedrag?
A
Sociale facilitatie
B
Modeling
C
Impression management
D
Alle bovenstaande

Slide 16 - Quizvraag

20. Wat is een goed voorbeeld van nudging?
A
In een supermarkt wordt bij de kassa de helft van de ongezonde snacks vervangen door fruit
B
De overheid verbiedt de verkoop van energiedrank aan jongeren
C
In een kantine wordt bij de lunch al het witte brood vervangen door volkoren brood
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quizvraag

Terug naar hoorcollege

Slide 18 - Tekstslide