H1 Aarde in beweging les 1 en 2 1.1

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 Wat ga je leren?
  1. Je leert hoe de aarde is opgebouwd. (Basisstof)
  2. Je kan uitleggen waarom aardkorstplaten bewegen. (verdieping)
  3. Je kunt met een kaart aangeven waar en hoe gebergten ontstaan. (uitdaging)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over de aarde?

Slide 3 - Woordweb

Pangea = het laatste supercontinent; een grote landmassa die bestaat uit een aantal werelddelen die aan elkaar vast zitten.
Vanaf zo’n 270 miljoen jaar geleden brak Pangea.
Een dergelijk groot stuk land noemen we een supercontinent.
Dat heeft gevolgen voor de opbouw van de aarde.

Klassikaal lezen blz. 15 WB Pangea breekt.

Slide 4 - Tekstslide

De wereld nu

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Hoe komt het dat Pangea is gebroken?
A
Door de zee
B
Door de wind
C
Door de binnenkant van de aarde
D
Door de klimaatverandering

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Link

Opbouw van de aarde
Opbouw van de aarde
Aardkorst
De buitenste schil van de aarde. Die laag van hard gesteente is tussen de 8 en 40 km dik. 
Op deze laag ligt land en zee. Wij leven hierop
Aardmantel
Laag van gesmolten steen onder de aardkorst. 
Deze laag is bijna 3000 kilometer dik. 
Aardkern
Het midden van de aarde. 
Het is hier ongeveer 5000 graden celcius en bestaat uit vaste en vloeibare metalen.

Slide 9 - Tekstslide

De continenten hebben heel lang geleden verschillende keren aan elkaar vastgezeten.
Hoe noem je zo’n groot stuk land?
A
Continent
B
Aardkorst
C
Pangea
D
Supercontinent

Slide 10 - Quizvraag

De aardmantel is dikker dan de aardkorst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Het gesteente in de aardmantel is vloeibaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Aardkern
Aardkorst
Aardmantel

Slide 13 - Sleepvraag

Aan de slag!
Is alles duidelijk? 
Kan je aan de slag? 

Ga naar 1.1 'De aardkorst beweegt' in je werkboek en lesboek en maakt blz. 8 + 9
Succes!

timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Nakijken

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging

Slide 16 - Tekstslide

Les 2 Wat ga je leren?
  1. Je leert hoe de aarde is opgebouwd. (Basis)
  2. Je kan uitleggen waarom aardkorstplaten bewegen. (verdieping)
  3. Je kunt met een kaart aangeven waar en hoe gebergten ontstaan. (uitdaging)

Slide 17 - Tekstslide

Uit welke 3 lagen bestaat de aarde?

Slide 18 - Open vraag

De aardkorst is heel dun als je het vergelijkt met de andere twee lagen.
JA
Nee
Even dik

Slide 19 - Poll

Bewegende platen
De aardkorst bestaat niet uit 1 stuk, maar uit verschillende continenten. 
Deze continenten of aardkorstplaten verplaatsen zich heel langzaam. Dit noem je platentektoniek

Slide 20 - Tekstslide

Platentektoniek

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Platentektoniek 
Het bewegen van aardkorstplaten heet platentektoniek.
Door het bewegen van de platen verandert de aardkorst.


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De hitte van de aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 25 - Quizvraag

Wat is Pangea?
A
Niks
B
Continent
C
Een kerstboom
D
Supercontinent

Slide 26 - Quizvraag

Bergen ontstaan.......
A
langzaam
B
plotseling

Slide 27 - Quizvraag

Platentektoniek betekent
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
Dat de aardkorst drijft op magma

Slide 28 - Quizvraag

Waarom merken we in Nederland weinig van platentektoniek?

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag!
Is alles duidelijk? 
Kan je aan de slag? 

Maken opdrachten 4,5,6,7,8,9 uit 1.1 in je boek 
Succes!
Klaar check je leerdoelen + 
kijk op blz. 44 en maak keuzeopdracht 2
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Nakijken

Slide 31 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 - Aarde in beweging

Slide 32 - Tekstslide

Les 3 1.2 Aardbevingen

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze paragraaf: dan weet je wat een aardbeving en wat een tsunami is;
weet je hoe en waar aardbevingen en tsunami’s ontstaan;

kan je aangeven wat de gevolgen zijn van aardbevingen en tsunami’s in verschillende gebieden.


Slide 34 - Tekstslide