Herhaling werkwoordspelling

Ode aan de Word spelling controle

Laura van Reijen
wvrtaal.wordpress.com
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ode aan de Word spelling controle

Laura van Reijen
wvrtaal.wordpress.com

Slide 1 - Tekstslide

Vrijdag 18 juni 

Wat gaan we doen:

  • Herhaling H. 3.5, 4.5 - Spelling: vt en vd
  • Toetsweek
  • Thuis+les: oefenen uit het boek Hoofdstuk 5.5 of online via cambiumned of jufmelis
      

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Toetsstof
periode 4
-
Zie ook 

Slide 4 - Tekstslide

Leesvaardigheid
         belangrijke onderdelen die je niet mag overslaan bij het leren


-onderwerp,                             -tekstverbanden,
-kernzin,                                    -signaalwoorden
-hoofdgedachte,                     -moeilijkewoordenwijzer
-tekstdoelen,                            -verwijswoorden,
-tweedeling/driedeling,        -leespubliek



Slide 5 - Tekstslide

Toets

-60 minuten
-drie onderdelen (spelling, grammatica, leesvaardigheid)
-39 vragen
-multiple choice en open vragen




Slide 6 - Tekstslide

ZWAKKE

werkwoorden


de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

Slide 7 - Tekstslide

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


In het enkelvoud: stam + te / stam + de


In het meervoud: stam + ten / stam + den

Slide 8 - Tekstslide

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden


- Vaak hoor je of je stam + te(n) of stam + de(n)

moet gebruiken

- Gebruik een ezelsbruggetje als je

het niet zeker weet ('t kofschip x)

Slide 9 - Tekstslide

Dus:

Zij verhuis... (vt)
Zij kruis...
Zij relax...
De regen plens...
Zie ook 
het SCHEMA van Spelling op blz. 260 - achterin je boek.

Slide 10 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

Je weet hoe je de persoonsvorm vindt en schrijft. Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in het zin staan, bijvoorbeeld een VOLTOOID DEELWOORD (vd).


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de pv meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 11 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

VB: Het vliegtuig is op Schiphol geland. 

pv= is

vd= geland


VB: Robin heeft geen straf gekregen.

pv=heeft

vd=gekregen

Slide 12 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 13 - Tekstslide

voltooid deelwoord kort samengevat

Een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip x gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 14 - Tekstslide


Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Rob bestelt bij een snackbar een frikandel speciaal.


Even oefenen...

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Karin is naar Zaandam verhuisd.


Slide 16 - Tekstslide

Vul in:

De gevallen soldaat werd (herdenken).


Slide 17 - Tekstslide

Is het onderstreepte werkwoord de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pv tt) of het voltooid deelwoord (vd)?

Jeanine en Michelle ontvangen iedere week de Viva. 


Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
Zie volgende slide

Slide 19 - Tekstslide

Maken:      H. 6.5 Spelling, blz. 238, opdr. 1, 5


Tijd:           de rest van het lesuur
Hulp?        lees de theorie, overleg met je buur, vraag de docent



Zelfstandig werken
 
timer
17:06

Slide 20 - Tekstslide