In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.
Onderdelen in deze les
seksuele voorlichting les 5
veilige seks: wat is dat?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
1.Een vrouw kan zwanger worden als ze met een man zoent.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
1. Niet waar: Een vrouw kan niet zwanger worden van een zoen. Een vrouw wordt pas zwanger als er zaadcellen in haar vagina komen. Dit gebeurt tijdens het vrijen als de man klaarkomt. Er komt dan sperma uit de piemel in de vagina, een witte plakkerige vloeistof met daarin miljoenen zaadcellen.
2. Na je eerste ongesteldheid kun je zwanger worden!
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
2. Waar: Je kunt inderdaad al zwanger raken als je voor het eerst ongesteld bent geworden, eigenlijk al twee weken voordat je ongesteld was. Dat was namelijk het moment van de eisprong. Je bent dan seksueel rijp en dus vruchtbaar. Als je dan seks hebt met een man (de penis komt in de vagina van de vrouw en hij heeft een zaadlozing) kun je zwanger worden.
3. Een bevruchting betekent dat een eicel samensmelt met een andere eicel.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
3. Niet waar: Een man heeft geen ei- maar zaadcellen, die via de vagina in de baarmoeder en eileiders komen en op zoek gaan naar een eicel. De bevruchting vindt plaats als bij een vrouw op dat moment ook een eicel los is gekomen uit de eierstok. De eicel komt onderweg een zaadcel tegen en de vrouw is zwanger.
4. Er zijn 50 zaadcellen nodig om zwanger te worden!
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
4. Niet waar: Er is één zaadcel van de man en één eicel van de vrouw nodig om zwanger te worden. Deze moeten samensmelten. In een beetje sperma zitten al miljoenen zaadcellen.
5. Als een man een condoom gebruikt kan een vrouw toch zwanger worden.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
5. Niet waar: Als een man een condoom gebruikt tijdens het vrijen kan een vrouw niet zwanger worden. Het is wel belangrijk dat de man het condoom goed omdoet en na het vrijen ook weer goed afdoet. Anders kan er toch sperma in de vagina komen.
6. Een vrouw is ongeveer negen maanden zwanger.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
6. Waar: In de eerste maand van de zwangerschap is de baby net zo groot als een rijstkorrel. Gedurende negen maanden groeit het kind tot ongeveer 50 cm en 3 kilo.
7. De baby komt door de anus van de moeder naar buiten.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
7. Niet waar: De baby komt door de vagina van de vrouw naar buiten. Het hoofdje van de baby duwt de vagina open zodat die vanzelf wijder wordt. De moeder moet hierbij helpen door tijdens de weeën heel hard te persen Zo kan de baby er helemaal uitkomen. Soms komt de baby naar buiten via een keizersnee. Dan wordt er een snee in de buik gemaakt.
8. Als een man en vrouw seks hebben met elkaar krijgen ze altijd een kind.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
8. Niet waar: Een man en een vrouw kunnen ook vrijen met elkaar zonder een baby te krijgen. Een vrouw is alleen vruchtbaar op het moment dat ze een eisprong heeft, een paar dagen per maand. Daarnaast kun je gebruikmaken van anticonceptie, zoals de pil of een condoom. Daarmee voorkom je bij goed gebruik een zwangerschap.
9. Je kunt zwanger raken als je voor het eerst seks hebt.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
9. Waar: Je kunt zwanger worden als je voor de eerste keer seks hebt en geen anticonceptie (zoals de pil of een condoom) gebruikt.
10. In Nederland zijn vrouwen gemiddeld 29 jaar als ze hun eerste kind krijgen.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
10. Vrouwen zijn in Nederland gemiddeld 29 jaar als ze hun eerste kind krijgen. De leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen verschilt per land. In Afrika en Azië bijvoorbeeld krijgen vrouwen over het algemeen op eerdere leeftijd kinderen. Ook krijgen deze vrouwen vaak meer kinderen dan in Nederland.