Wortels en machten

Hoofdstuk 5 Herhalen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 Herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor soort parabool hoort bij deze formule?
y=3x25x+3
A
Berg parabool
B
Dal parabool

Slide 2 - Quizvraag

Om de grafiek bij de formule te tekenen, neem je 7 punten in een tabel.
Bereken y voor x = - 3 in
y=3x25x+3

Slide 3 - Open vraag

Noem de vier stappen om een parabool te tekenen:

Slide 4 - Open vraag


Wat voor soort grafiek hoort bij de formule
s=1,5t2
A
dalende grafiek
B
stijgende grafiek
C
constante grafiek
D
lineaire grafiek

Slide 5 - Quizvraag

Kwadraten
Wortels

Slide 6 - Tekstslide

kwadraat
32=33=9
exponent
grondtal
dit spreek je uit als drie in het kwadraat

Slide 7 - Tekstslide

breuken kwadrateren

Slide 8 - Tekstslide

Kwadraat van 3
A
6
B
9

Slide 9 - Quizvraag


112
A
121
B
110
C
22

Slide 10 - Quizvraag

Kwadraat van 1.000
A
100.000
B
10.000
C
1.000.000

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

wortel van 64
A
9
B
8
C
7
D
32

Slide 13 - Quizvraag


81=
A
40,5
B
81
C
162
D
9

Slide 14 - Quizvraag

wortel van 196
A
13
B
12
C
14
D
15

Slide 15 - Quizvraag

√ optellen en aftrekken
√2 +√2 = 2√2
√2+√2+√2 = 3√2
3√2 + 2√2 = 5√2

4√9+ √2 = 4x3 +√2 = 12+√2
8√6 - √6=7√6
4√6-√16= 4√6 -4



Slide 16 - Tekstslide

√6+√6
A
√12
B
√36
C
2√6
D
6

Slide 17 - Quizvraag

2√6+√6
A
2√12
B
3√6
C
2√6
D
2√6+√6

Slide 18 - Quizvraag

3√6-√6
A
3√0
B
3√6-√6
C
2√6
D
4√6

Slide 19 - Quizvraag

√ vermenigvuldigen en delen
√3x√2 = √ (2x3) = √6
3√2 x 4√5 = 3x4 x √(2x5) = 12√10

√18 = √(18:6) = √3
√6                         .
15√6 = 15 x √6 = 5√3
3√2 =  3  x √2           .

Slide 20 - Tekstslide

Herleid √5x√8
A
√40
B
2√10
C
√5x√8
D
√13

Slide 21 - Quizvraag

Herleid √6x√6
A
6
B
√36
C
2√6
D
36

Slide 22 - Quizvraag

Herleid 3√6x√5
A
B
3√11
C
2√6
D
3√30

Slide 23 - Quizvraag

3√48 : √8
A
√6
B
3√6
C
3√40
D
3√30

Slide 24 - Quizvraag

√ herleiden (kleiner maken)

√500 = √(100x5) = √100 x √5 = 10√5

√150 = √(25x6) = √25 x √6 = 5√6


√1250 = √625 x √2 =  25√2

Slide 25 - Tekstslide

Soorten getallen
Natuurlijke getallen 
Gehele getallen 
Rationale getallen 
Irrationale getallen 

alle positieve hele getallen en 0
alle natuurlijke getallen + alle negatieve hele getallen
alle gehele getallen en alle breuken
alle getallen die niet als breuk te schrijven zijn
0,1,2,...5689,....129873
3728,...5,1,0,1,2,....4638
43,171,356
π,5
Alle rationale en irrationale getallen samen zijn de reële getallen

Slide 26 - Tekstslide

5.5  Kwadratische vergelijkingen oplossen
Stap 1      Neem de vergelijking over.
Stap 2     Schrijf in de vorm x² = getal. 
Stap 3     Werk het kwadraat weg.
Stap 4     Bereken de oplossing(en).
Stap 5    Controleer de oplossing(en).


vb. x2- 2 = 14
1)  x2 = 16
2) x = 16   v    x = -√16
3) x = 4      v   x = -4
4) (-4)2= 16
      42 = 16

Wat je links doet moet je rechts ook doen (balansmethode).
Of gebruik de bordjesmethode.
Weet je nog?     
Kwadraat en wortel heffen elkaar op.   √(x2) = x
Het woordje of geven we in de wiskunde aan met het symbool v.

Slide 27 - Tekstslide

Bij vergelijkingen oplossen kom je elke keer terug naar de standaardformule.
Wat is juist?
Als de c een positief getal is, dan....
x2=c
A
heeft de vergelijking geen oplossingen
B
heeft de vergelijking 1 oplossing
C
heeft de vergelijking 2 oplossingen

Slide 28 - Quizvraag

Als de c een nul is, heeft de vergelijking 1 oplossing. 

Hiernaast zie je dat als de c nul is, dat er één snijpunt is, namelijk bij x = 0
x2=c

Slide 29 - Tekstslide

Als de c een negatief getal is, heeft de vergelijking geen oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als de c -2 is, dat er geen snijpunten zijn
x2=c

Slide 30 - Tekstslide

Als de c een negatief getal is, heeft de vergelijking geen oplossingen. 

Hiernaast zie je dat als de c -2 is, dat er geen snijpunten zijn
x2=c

Slide 31 - Tekstslide

Hoeveel meter is het laagste
punt van de rode kabel boven
het wateroppervlak?

Slide 32 - Open vraag

Op welke hoogte boven het wegdek is de rode kabel aan
punt B bevestigd?

Slide 33 - Open vraag