H6 §6.3 afronden en 6.4 (les 5.a)

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


Slide 1 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen zijn gevormd door afgestorven planten, bomen en dieren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Duurzame energiebronnen zijn slecht voor het milieu
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een warmte-eiland ontstaat door
A
Veel bomen
B
Veel stenen huizen
C
Veel zand opspuiten
D
Klimaatverandering

Slide 4 - Quizvraag

In het verleden is het klimaat regelmatig veranderd. Wat is er bijzonder aan de huidige klimaatverandering?

A
De gletsjers in gebergten de Alpen smelten.
B
De mens is ook een oorzaak van de klimaatverandering.
C
De temperatuur stijgt alleen op gematigde breedte. Rond de polen en de evenaar niet
D
De temperatuurstijging is veel groter dan die in het verleden is geweest.

Slide 5 - Quizvraag

Zonder broeikasgassen is het -16 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 6 - Quizvraag

De atmosfeer wordt van ... opgewarmd.
A
Bovenaf
B
Onderaf

Slide 7 - Quizvraag


Biomassa levert brandstof. Als we dit verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij biomassa vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam biomassa slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit niet duurzaam.
C
Omdat bij de verbranding van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit biomassa omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 8 - Quizvraag

Klimaat en bescherming van de kust

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarom Nederland kwetsbaar is voor klimaatverandering
- Je kunt uitleggen waardoor de zeespiegel stijgt

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Koude tijd: lage zeespiegel
Warme tijd: hoge zeespiegel

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoel
Waarom moet Nederland zich beter beschermen tegen de zee, en hoe gebeurt dat?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Veen 
Sponsachtige grondsoort
- (Onder) water
- Plantenresten

Slide 15 - Tekstslide

3 redenen voor problemen aan de kust:
1. Klimaatverandering
2. Bodemdaling
3. Wip Wap effect


Slide 16 - Tekstslide

Laatste ijstijd (ongeveer 10.000 jaar geleden)

Slide 17 - Tekstslide

Nog andere menselijke redenen:

  1. Wegpompen van grondwater
  2. Winning van delfstoffen (gas in Groningen)

Slide 18 - Tekstslide

Klimaatadaptie
Wat kan je doen?

Slide 19 - Tekstslide

Zandsuppletie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Opgaven bespreken:
§3 Klimaat en bescherming van de kust
werkboek blz. 114, opgave: 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 9



Slide 22 - Tekstslide

6.4 Klimaat en inrichting

Slide 23 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je nog van rivieren en overstromingen?

Slide 24 - Tekstslide

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 25 - Quizvraag


'Het stroomgebied van de Maas is groter dan het stroomgebied van de Rijn.'
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Sleep de onderdelen op de juiste plek
Delta
Meander
Benedenloop
Bovenloop
Middenloop

Slide 27 - Sleepvraag

Regiem & debiet
Totale hoeveelheid water die op een bepaald moment langs een bepaald punt stroomt = debiet

Schommelingen daarin, dus schommelingen in hoeveelheid water gedurende een jaar = regiem

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen §6.4
Aan het eind van de les kan je:
1. Uitleggen waarom het rivierengebied zich moet aanpassen aan het veranderde klimaat (klimaatadaptatie)
2. Welke maatregelen staan in het plan Ruimte voor de Rivier
3. Uitleggen waarom je in de delta van Zeeland en Zuid-Holland tijdelijk water moet kunnen opslaan.
4. Uitleggen wat de gevolgen van droogte zijn


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Dwarsprofiel van een rivier
meer ruimte voor de rivier als dit in nodig is.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Dwarsprofiel bedijkte rivier

Slide 40 - Tekstslide

▪️ winterdijk —> ligt op de verder van de rivier af, hoog
▪️ zomerdijk —> ligt dichtbij de rivier, lager
▪️ Uiterwaarde —> stroomt onder bij hoog water.

Slide 41 - Tekstslide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks = gebied ligt binnen de bescherming van de dijk.

Buitendijks = gebied ligt buiten de bescherming en mag en kan overstromen.

Slide 42 - Tekstslide

buitendijks
binnendijks

Slide 43 - Tekstslide

Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerbed
Kribben
Binnendijks

Slide 44 - Sleepvraag

Waterafvoer
Oude inrichting rivierengebied al ingesteld op schommelingen:
 - zomer: weinig water (zomerdijken),  uiterwaarden zijn beschikbaar voor landbouw

 - winter: veel water (winterdijken)  + uiterwaarden lopen onder water

Slide 45 - Tekstslide

Klimaatadaptatie
Nieuwe inrichting kan ook omgaan met grotere schommelingen door klimaatverandering.

Project Ruimte voor de Rivier = alle maatregelen om het rivierengebied veiliger en landschappelijk mooier te maken. Deze 4 moet je kennen:

Nevengeul

Slide 46 - Tekstslide

Overstroom jij?
Ga naar de website en check hoe hoog het water bij jou in de buurt kan komen...

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video