Opdracht:
Trek op een blanco A4-tje je hand over. Schrijf daarna bij elke vinger (of eronder) het antwoord op de onderstaande vragen. Bij elke vinger staat beschreven waar de vinger voor staat. Lees het nauwkeurig door, denk goed na en geef zorgvuldig antwoord. Als je het lastig vindt, begin dan met de vingers die je gemakkelijker afgaan.