Brussel uitstapje


Brussel uitstapje
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Brussel uitstapje

Slide 1 - Tekstslide

Van welk land is Brussel de hoofdstad?
A
Antwerpen
B
Vlaanderen
C
Wallonie
D
België

Slide 2 - Quizvraag

Wat is na Brussel de grootste stad van België?

A
Gent
B
Antwerpen
C
Charleoi
D
Brugge

Slide 3 - Quizvraag

Wat is 'Suske & Wiske ?
A
Een Netflix serie
B
Een boek
C
Een stripverhaal
D
Een tekenfilm

Slide 4 - Quizvraag

Stripboeken serie bedacht door 
Willy Vandersteen
(1947-heden)

Slide 5 - Tekstslide

Hoe heet dit plein?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe heet het plein?
A
De Dam
B
Grote Markt
C
Manneke Pis Plein
D
Betaplein

Slide 7 - Quizvraag

Vlakbij de Grote Markt staat een grappig beeldje. Het laat het gevoel voor humor zien van de mensen die in Brussel wonen. Het is een van de meest gefotografeerde fonteinen ter wereld!

Hoe heet dit beeldje?
A
Jantje Fontein
B
Manneke Pis
C
Jantje Pis
D
Manneke Vis

Slide 8 - Quizvraag

De legende/het verhaal van Manneken Pis
Het verhaal gaat zo:
Brussel werd aangevallen en in brand gestoken. Een klein jongetje kon 's nachts niet slapen en moest opstaan om te plassen. Hij ging naar buiten waar hij vlammen zag en plaste deze uit waardoor de stad gered werd

 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekend de afkorting EU?
A
Europese Uniform
B
Een Unie
C
Europese Unie
D
Europa United

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel landen zijn lid van de Europese Unie?
A
27
B
17
C
23
D
33

Slide 11 - Quizvraag

27 Landen van de Europese Unie

Slide 12 - Tekstslide

Waarom is de Europese Unie opgericht?
A
Om met een munt te betalen
B
Spreken dezelfde taal
C
Economische samenwerking
D
Nooit meer oorlog!

Slide 13 - Quizvraag

Waarom staan er 12 gouden sterren op de Europese vlag?
A
Ze staan voor de idealen van eenheid, solidariteit en harmonie tussen de volkeren van Europa.
B
Ze staan voor idealen van handel
C
Ze staan voor het aantal landen
D
Ze staan voor de 12 talen die in Europa gesproken worden

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vaak zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement?
A
Elk jaar
B
Elke 2 jaar
C
Elke 5 jaar
D
Elke 10 jaar

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van het Europees Parlement?
A
Vergaderen
B
Verkiezingen
C
Handel
D
Wetten maken

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het nationale gerecht van Belgie?
A
Friet met Mosselen
B
Friet met croquet
C
Friet met gebakken vis
D
Friet met kop

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het leukste om in de bus te doen?
A
Gezellig kletsen
B
Spelletje
C
Op mijn telefoon kijken
D
Slapen

Slide 18 - Quizvraag

Wat gebeurd er als je te laat bent voor de bus?
A
Hotelovernachting op eigen kosten
B
De bus wacht echt wel hoor...
C
Mijn ouders/verzorgers komen mij wel ophalen hoop ik
D
Er komt vast nog een bus...

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer is het uitstapje naar Brussel geslaagd?
A
Als het leuk en leerzaam is
B
Als het gezellig is
C
Als ik op tijd terug ben bij de bus
D
Als het leuk, leerzaam en gezellig is en ik op tijd ben voor de bus

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide