Thema 6 BS 1-1 Organismen en hun omgeving 2V

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid

BS 1 Organismen en hun omgeving - deel 1

Doel BS 1

* Je kunt de invloeden op organismen opdelen in biotische en abiotische factoren

* Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven

* Je kunt in een ecosysteem een voedselketen beschrijven

Begrippen BS 1

biotische factor

abiotische factor

individu

populatie

levensgemeenschap

Opdracht: lees BS1 (t/m blz. 195) en noteer de definitie van de begrippen in je schrift.

biotoop

ecosysteem

biosfeer

bioom

Ecologie

Het gebied binnen de biologie dat de relaties tussen organismen onderling en hun omgeving (milieu) onderzoekt.

                       Milieu                                            Organisme

Biotische en abiotische factoren video

Invloed milieu op organisme

Biotische factoren: invloed afkomstig uit de levende natuur

Abiotische factoren: invloed afkomstig uit de levenloze natuur

Ecologie

Je kunt binnen de ecologie kijken naar verschillende biologische niveaus:

Individu 

Populatie 

Levensgemeenschap

Ecosysteem

Biosfeer

Ecologie

Individu: één organisme

Ecologie

Populatie:

groep organismen van één soort in een bepaald gebied.

Ecologie

Levensgemeenschap:

Alle populaties van verschillende soorten in één gebied

Biotoop: alle abiotische factoren in een gebied bij elkaar.

0

Ecologie

Ecosysteem:

De levensgemeenschap en de abiotische factoren in één gebied samen.

Ecologie

Biosfeer:

Alle ecosystemen samen.

Bioom: grote gebieden met hetzelfde kenmerkende klimaat (bijvoorbeeld toendra/ regenwoud)

Onderzoek naar de invloed van de temperatuur op de konijnen op Vlieland

1. Individu
2. Populatie
3. Ecosysteem
4. Levensgemeenschap

Onderzoek naar de invloed een virus op een konijn

1. Individu
2. Populatie
3. Ecosysteem
4. Levensgemeenschap

Onderzoek naar de invloed van schimmels in de grond op de bomen in een bos

1. Individu
2. Populatie
3. Ecosysteem
4. Levensgemeenschap

Voedselketen wad

De organismen op het wad vormen een voedselketen:

Algen -> krill -> haring -> kabeljauw -> zeehond.

Elke soort vormt een schakel.

Voedselketen wad

Elke voedselketen begint met een plantensoort (of alg).

Voedselweb

Binnen een ecosysteem is er nooit maar 1 voedselketen, alle voedselketens samen vormen een voedselweb/ voedselnet)

Huiswerk

Opdracht 1,2,3,6,7 van BS 1