Les: Jongens en meisjes

Les: Jongens & meisjes
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les: Jongens & meisjes

Slide 1 - Tekstslide

Er zijn honderden boeken geschreven over jongens en meisjes, en er zijn tv-shows zoals "De jongens tegen de Meisjes".

In deze les onderzoeken we of er in de hersenen verschillen zijn tussen jongens en meisjes, of dat er juist veel overeenkomsten zijn.

Introductie 

Slide 2 - Tekstslide

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave les 

Slide 3 - Tekstslide

In je klas zie je soms kleine en soms grote verschillen tussen jongens en meisjes.

Sommige acties koppelen we aan: "Oh, dat is typisch iets voor jongens" of "Zij is echt een typisch meisje".

Komt dat door de verschillen in hersenen tussen jongens en meisjes?
1: Wat verwacht je? 

Slide 4 - Tekstslide

Zie je veel overeenkomsten tussen jongens en meisjes? En zie je ook verschillen tussen jongens en meisjes?

Beantwoord de vragen.
2: Hoe doe je het nu? 

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 1: Bedenk vijf overeenkomsten
tussen jongens en meisjes.

Slide 6 - Open vraag

Vraag 2: Bedenk zoveel
mogelijk verschillen tussen
jongens en meisjes.

Slide 7 - Woordweb

Vraag 3: Denk je dat er verschillen zitten tussen de hersenen van jongens en meisjes? Zo ja, welke?

Slide 8 - Open vraag

3.1 Mannen- en vrouwenbrein
  • Theorie 
  • Opdracht
  • Theorie 
3.2: Op wie val je?
  • Theorie
  • Theorie
  • Opdracht

Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Zitten er grote verschillen tussen het mannen- en vrouwenbrein of zijn er juist veel gelijkenissen?
In je puberteit is de kans groot dat je voor het eerst verliefd wordt, maar hoe werkt dit?
3: Aan de slag 

Slide 9 - Tekstslide

Of jij jezelf als jongen of meisje ziet, noemen we gender identiteit. Het gaat dus om wat je voelt, niet welk geslacht je bent.

Dit gevoel is niet direct aanwezig vanaf je geboorte, maar ontwikkelt zich vanaf de peuter/kleuterleeftijd.
Hoe ouder je wordt, des te meer je gaat zien dat er niet slechts één type jongen of meisje is.

Aan de ene kant heb je 'jongensachtige jongens' en aan de andere kant 'meisjesachtige meisjes', maar vooral daartussen zit een groot scala aan diversiteit.

Hierdoor kom je erachter dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes, maar ook veel overeenkomsten.



Wist je dat het brein van jongens gemiddeld 10% groter is dan het brein van meisjes? Een groter brein betekent niet dat iemand slimmer is.

Jongens zijn dus niet per se slimmer of beter in dingen dan meisjes.
     3.1 Mannen- en vrouwenbrein: theorie 1 

Slide 10 - Tekstslide

Instructie

In de opdracht staan een aantal uitspraken/termen.

Zet deze uitspraken in de voor jou juiste kolom. Let op: er is dus geen goed of fout.

Bespreek de antwoorden daarna met iemand van het andere geslacht. Zitten er grote verschillen tussen?


Opdracht 1: Typisch jongens en typisch meisjes 

Slide 11 - Tekstslide

Typisch jongens!
Typisch meisjes!
Neutraal.
spelen met auto's
make-up
sporten
ruimtelijk inzicht
netjes werken
risico's nemen
huilen
schreeuwen
huiswerk maken
gamen
sociale media
roddelen

Slide 12 - Sleepvraag

Uit onderzoek is gebleken dat er niet typische mannenbreinen en vrouwenbreinen bestaan.

Er is juist gebleken dat er meer gelijkenissen dan verschillen zijn tussen een mannen- en vrouwenbrein.
 Maar er zijn dus wel een aantal verschillen. Bekijk hiervoor de video.
     3.1 Mannen- en vrouwenbrein: theorie 2 

Slide 13 - Tekstslide

3.2 Op wie val je?: theorie 1 
Seksuele oriëntatie

Tijdens je adolescentie komen er veel emoties kijken. Adolescentie is de overgang in de ontwikkeling tussen de jeugd en volledige volwassenheid.

Ook ga je jezelf in deze periode seksueel oriënteren. Je wordt misschien wel voor het eerst verliefd of zoent een keer met iemand. Je komt er in deze periode ook achter wat je aantrekkelijk vindt aan andere mensen.


Slide 14 - Tekstslide

Tijdens de adolescentie ga je ontdekken hoe jouw seksualiteit in elkaar zit. De meeste mensen zijn heteroseksueel, ze vallen op mensen van het andere geslacht.

Maar voor veel mensen geldt dit niet. Meisjes kunnen op meisjes vallen en jongens op jongens.
Maar het kan ook voorkomen dat een jongen zich helemaal geen jongen voelt, of een meisje geen meisje.

Seksualiteit kan gecompliceerd zijn. 
De regenboogvlag (bron: Clipphanger) 
LGBTQIAP
Maar waar staan dan die letters voor?
L: Lesbiënnes: meisjes die op meisjes vallen
G: Gays: jongens die op jongens vallen
B: Biseksuelen: mensen die op zowel jongens als meisjes vallen
T: Transseksuelen: jongens die zich meisje voelen of andersom
Q: Queer: mensen die zich afzetten tegen het idee dat je seksualiteit in een hokje kunt plaatsen
I: Intersekse: mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke lichaamskenmerken
A: Aseksueel: mensen zonder seksuele behoefte of voorkeur
P: Panseksueel: mensen die niet vallen op geslacht, maar op karakter of persoonlijkheid
Meer weten?
Wil je meer weten over LGBTQIAP? Lees dan dit artikel.
3.2 Op wie val je? Theorie 2: LGBTQIAP 

Slide 15 - Tekstslide

Bij liefdesverdriet hebben we het vaak over 'een gebroken hart'.

Je gaat drie vragen beantwoorden. Je gaat op het internet op zoek om de drie vragen hieronder te beantwoorden.

  • Doet een gebroken hart fysiek pijn?
  • Wat gebeurt er in de hersenen als je een gebroken hart hebt?
  • Welke rol spelen je hormonen?
Opdracht: een gebroken hart 

Slide 16 - Tekstslide

Zoek op: Doet een gebroken hart fysiek pijn?

Slide 17 - Open vraag

Wat gebeurt er in je hersenen
als je een gebroken hart hebt?

Slide 18 - Open vraag

Welke rol spelen je hormonen
bij een gebroken hart?

Slide 19 - Open vraag

Zoals je weet veranderen er in de pubertijd ook dingen aan je lichaam. Bekijk deze twee filmpjes om de verschillen tussen jongens en meisjes te leren kennen. 
Puberteit: Jongens
Puberteit: Meisjes
Theorie 2: je lichaam 

Slide 20 - Tekstslide

In dit experiment ga je onderzoeken met de klas of jongens en meisjes hetzelfde denken over stellingen.

Je kunt op elke stelling eens of oneens antwoorden. Iedereen in de klas geeft aan of hij het eens of oneens is met de stelling.

Je kunt met de klas kort elke stelling bespreken. Zitten er verschillen tussen wat jongens en meisjes vinden of juist helemaal niet?
4: Experiment  

Slide 21 - Tekstslide

Het is normaal dat van jongens verwacht
wordt dat ze meer helpen bij
het verzetten van meubels.
eens
oneens

Slide 22 - Poll

Computerspelletjes spelen is
vooral iets voor jongens.
eens
oneens

Slide 23 - Poll

Meisjes moeten aardig
en mooi zijn.
eens
oneens

Slide 24 - Poll

Jongens moeten stoer
en sterk zijn.
eens
oneens

Slide 25 - Poll

Meiden werken harder
aan school dan jongens.
eens
oneens

Slide 26 - Poll

Jongens zijn drukker
dan meisjes.
eens
oneens

Slide 27 - Poll

Een docent verwacht dat meisjes beter
zullen scoren op schoolwerk dan jongens.
eens
oneens

Slide 28 - Poll

Een docent verwacht dat meisjes beter
zullen scoren op schoolwerk dan jongens.
eens
oneens

Slide 29 - Poll

Quiz: Jongens & Meisjes
5: Quiz 

Slide 30 - Tekstslide

Wat vind jij een groot verschil
tussen jongens en meisjes?

Slide 31 - Woordweb

Waar vind jij jongens en
meisjes niet zo erg in
verschillen?

Slide 32 - Woordweb

Vraag alleen voor de meisjes:
Wat vind jij jongensachtig
aan jezelf?

Slide 33 - Woordweb

Vraag alleen voor de jongens:
Wat vind jij meisjesachtig
aan jezelf?

Slide 34 - Woordweb

Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
In deze les heb je geleerd:

  • Wat verschillen en overeenkomsten zijn tussen het mannen- en vrouwenbrein.
  • Hoe verliefdheid in je brein werkt.
  • Wat LGBTQIAP is.
  • En in het experiment heb je gekeken of jongens en meisjes hetzelfde denken over stellingen. 

 
6: Aflsluiting 

Slide 35 - Tekstslide