T1B1&2 - Zintuigenstelsel en het oog

Thema 6 Waarneming en gedrag
B1
Het zintuigstelsel
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Waarneming en gedrag
B1
Het zintuigstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel B1

  • je kunt de werking van zintuigen beschrijven en de relatie van het zintuigstelsel met het zenuwstelsel beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen B1
  • externe prikkel
  • interne prikkel
  • proprioceptoren
  • mechanische receptoren
  • gehoorreceptoren
  • evenwichtsreceptoren
  • tastreceptoren
  • drukreceptoren
  • chemische receptoren
  • temperatuurreceptoren
  • pijnreceptoren
  • lichtreceptoren
  • prikkeldrempel
  • adequate rpikkel
  • adaptatie

Slide 3 - Tekstslide

Prikkel
= verandering in je omgeving die je kunt waarnemen 
(zowel binnen als buiten lichaam)


Interne prikkel:
-   prikkels uit het interne milieu; binnen het lichaam
-   bijvoorbeeld hoeveelheid glucose, de pH, osmotische waarde van bloed
externe prikkel
-   prikkels uit het externe milieu; buiten het lichaam
-   bijvoorbeeld licht, geluidsgolven, druk, geurmoleculen

Slide 4 - Tekstslide

Adequate prikkel
Opgevangen door receptoren (gespecialiseerd in één type prikkel)
vaak gelegen in een zintuig. 

Slide 5 - Tekstslide

Groepen receptoren en hun prikkels
  • Mechanische receptoren:                    mechanische energie (aanraking, druk, beweging, geluid)
       - gehoorreceptoren                                                                          
       - evenwichtsreceptoren
  • Chemische receptoren:                        binden van bepaalde moleculen uit omgeving
       - smaakreceptoren
  • Temperatuurreceptoren                       warmte en kou
  • Pijnreceptoren                                           extreme druk, temperaturen of chemische stof
  • Lichtreceptoren                                         zichtbaar licht

Slide 6 - Tekstslide

De ligging van enkele zintuigen
Zintuigen in je huid

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Prikkeldrempel

Afgestempt op een adequate prikkel: Voor lichtreceptoren is dat licht


Slide 12 - Tekstslide

Thema 6 Waarneming en gedrag
B2
Het oog

Slide 13 - Tekstslide

Bouw en bescherming
  • Wenkbrauwen en wimpers: bescherming tegen stof en zweet
  • Harde oogvlies: bescherming binnenkant
  • Traanklieren: bescherming tegen uitdroging/reiniging - staat in verbinding met traanbuizen en neusholte
  • Oogkassen: bescherming met vet erin

  • Hoornvlies: licht kan oog binnenvallen
  1. Iris: gekleurde gedeelte (pigment)
  2. Pupil: groter of kleiner oiv spieren iris


Slide 14 - Tekstslide

De binnenkant van je ogen
  1. Harde oogvlies
  2. Vaatvlies
  3. Netvlies

Slide 15 - Tekstslide

Iris en pupil
De spieren in de iris regelen de grootte van de pupil.
De pupil is dus geen fysieke structuur, maar een gat in de iris.

Slide 16 - Tekstslide

Glasachtig lichaam
Doorzichtig gedeelte binnen in het oog.

Functies:
- vorm van het oog
- houdt het netvlies op zijn             plaats


Slide 17 - Tekstslide

Harde oogvlies en hoornvlies
Het harde oogvlies
beschermt het binnenste van het oog.

Het hoornvlies is doorzichtig en beschermt de voorzijde van het oog.

Slide 18 - Tekstslide

Doorsnede
(Binas 87C1+2)

Binnen harde oogvlies
  • Vaatvlies: bloedvaten
  • Netvlies: lichtreceptoren -> gele vlek
  • Blinde vlek: oogzenuw




Slide 19 - Tekstslide

Vaatvlies
Laag met bloedvaatjes tussen harde oogvlies en netvlies.
Het gekleurde gedeelte van het vaatvlies noemen we iris.

Functies:
- het oog van voedingsstoffen en zuurstof voorzien en afvalstoffen afvoeren



Slide 20 - Tekstslide

Netvlies: gele vlek en blinde vlek

Slide 21 - Tekstslide

Het netvlies
Binas tabel87C3
Pigmentcellen: absorbeert licht = bescherming zintuigcellen

Lichtreceptoren (Binas 27A)
  • Staafjes: over hele netvlies (niet gele vlek), lage prikkeldrempel = contrasten waarnemen -> onscherper
  • Kegeltjes: hogere drempelwaarde, rood/groen/blauw, vooral in gele vlek = kleuren en details waarnemen -> scherp

Slide 22 - Tekstslide

Onderdelen van het oog (Binas 87C2)
Accommoderen: Vormverandering van de ooglens bij het scherpstellen.

Slide 23 - Tekstslide

Accommoderen
Scherp beeld op het netvlies door veranderen vorm van de ooglens


Straalvormig lichaam met kringspieren (accomodatiespieren)
  • Veraf: kringspieren ontspannen, lensbandjes gespannen - de ooglens is plat 
  • Dichtbij: kringspieren trekken samen, lensbandjes ontspannen - de ooglens is bol

Slide 24 - Tekstslide

Lichtbreking door lenzen (1)
Als lichtstralen overgaan van het ene medium naar het andere medium (gas, vloeibaar, vast), wordt het licht gebroken. Dit gebeurt ook door de ooglens.

Convergeren: de lichtstralen buigen naar elkaar toe (positieve lens).

Divergeren: de lichtstralen worden gespreid (negatieve lens).

Slide 25 - Tekstslide

Bijziend & Verziend

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat:
Maak van basisstof 1:  opdracht 1, 3, 4, 6, 8
Maak van basisstof 2: opdracht 12, 13, 15, 17, 19, 21, 25, 27
Hulp nodig:
zoek het op in je boek/BINAS of vraag om hulp.
Uitkomst:
we bespreken de vragen met elkaar
Klaar?
leer voor de toets
Aan de slag!
timer
40:00

Slide 27 - Tekstslide