1.4 Tien tijdvakken

Mens en Maatschappij
Mvr. R. Toprak 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mens en Maatschappij
Mvr. R. Toprak 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
  • Leerlingen leren over:

    • indeling in tien tijdvakken
    • pictogrammen en jaartallen van tijdvakken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor geschiedenis?

Slide 6 - Open vraag

N
Z
W
O
NW
NO
ZW
ZO

Slide 7 - Sleepvraag

Hoeveel jaren zitten er in een eeuw?
A
10
B
100
C
1000
D
10.000

Slide 8 - Quizvraag

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 9 - Tekstslide

Hoe lang geleden begon de christelijke jaartelling?
A
2000 jaar
B
2010 jaar
C
2019 jaar
D
2025 jaar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

De 10 tijdvakken
  1. De tijd van jagers en boeren ( tot 3000 v.chr.)
  2. De tijd van de Grieken en Romeinen (3000 v.chr-500 n.chr.)
  3. De tijd van monniken en ridders (500-1000)
  4. De tijd van steden en staten (1000-1500)
  5. De tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
  6. De tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
  7. De tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
  8. De tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
  9. De tijd van wereldoorlogen (1900-1950)
  10. De tijd van televisie en computers (1950-nu)

Slide 14 - Tekstslide

De 10 tijdvakken op een tijdlijn

Slide 15 - Tekstslide

Tijdvakken herkennen
Door middel van plaatjes kan je tijdvakken herkennen. Je mag het blaadje met tijdvakken gebruiken. 

De vraag is: welke tijdvak hoort bij het plaatje?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welk tijdvak is dit?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van steden en staten
C
Tijd van wereldoorlogen
D
Tijd van televisie en computers

Slide 25 - Quizvraag

Over welke periode zal dit tijdvak gaan?
A
1600-1700
B
1800-1900
C
1900-1950
D
1950-nu

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide