Management, Personeel & Organisatie

Management, Personeel & Organisatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Management, Personeel & Organisatie

Slide 1 - Tekstslide

Zet de fases in de juiste volgorde
1 Doelengesprek, 2 Functioneringsgesprek,
3 Beoordelingsgesprek, 4 Werving & Selectie
5 Startgesprek

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

H2 Plannen en verdelen van werkzaamheden
           Capaciteit                                                           Kwaliteit


            Kosten                                            1                      Dienstverlening

Slide 4 - Tekstslide

Definitie planning

Het zodanig afstemmen van werkzaamheden dat de gestelde doelen worden gehaald

(draaiboek, introductieplanning, agenda)
Definitie rooster

Het schema waarin vastgelegd is welke taken op welk moment door wie moeten worden gedaan

(werkrooster, corveerooster, Eduarte)

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan rooster maken
1. Werkzaamheden inventariseren
2. Inventariseren wie de werkzaamheden uitvoert
3. Inventariseren wanneer de werkzaamheden worden gedaan
4. Inventariseren hoe lang de werkzaamheden mogen duren
5. Inventariseren welke resultaten behaald moeten worden
6. Rooster maken
7. Evalueren en bijsturen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe plan je je personeel zo in dat je de juiste personeelsbezetting hebt?​
Waar houd je als leidinggevende allemaal rekening mee om een optimale personeelsbezetting te hebben op je afdeling?​ 


Opdracht: ​
Maak samen met je klasgenoot een lijstje met 10 punten​

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken opdracht​
Wat is personeelsplanning? ​
Het op elkaar afstemmen van de personeelsbehoefte en de beschikbaar-heid.

O.a rekening houden met:​
-werktijden                         - ziekte                                    - verantwoordelijkheden per
-vakantiedagen​                - afwezigheid                          functie
-verlof​                                   - opleidingsniveau             - omzet
- aantal medewerkers   - beschikbare budget

Slide 9 - Tekstslide

De personeelsplanning moet in evenwicht zijn met betrekking tot de volgende onderdelen:​
Het (opleidings)niveau: de kwalitatieve behoefte aan personeel​
Het aantal medewerkers: de kwantitatieve behoefte aan personeel​

Slide 10 - Tekstslide

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Kwantitatief = aantal​
Het aantal medewerkers is gebaseerd op de hoeveelheid taken en de duur en zwaarte van de werkzaamheden​ 

Vast versus tijdelijk
Vaste personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming vragen om een bepaalde minimale bezetting van personeel (fulltimers en/of parttimers)​

Tijdelijke personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming zijn bijvoorbeeld seizoensgebonden: denk aan horeca of reisbranche: juni/juli/aug/sep zijn vaak de drukste maanden: tijdelijk meer personeel nodig​

Slide 11 - Tekstslide

Kwalitatieve personeelsbehoefte
Kwalitatief = kwaliteit​
Wat bepaalt de kwaliteit van jouw medewerkers?​ 
  • Kennis (bv opleiding)​ 
  • Werkervaring​
  • Vaardigheden (bv communicatieve en sociale vaardigheden)​
  • Houding​

Ook de relatie met de leidinggevende is van invloed op de kwaliteit van een medewerker​

Slide 12 - Tekstslide

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Korte versus lange termijn

Planning op korte termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende 12 maanden​

Planning op lange termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende jaren (langer dan 12 maanden)​

Slide 13 - Tekstslide

Verzuim, Verlof en Verloop
  1. Verzuim = ziekte​
   2. Verlof = vrije dagen​ 
   3. Verloop = in- en uitstroom van personeel​ 



Slide 14 - Tekstslide

Waarom is het voor een bedrijf belangrijk inzicht te hebben in de 3 V's ten aanzien van hun personeel?

Slide 15 - Open vraag

FTE = FullTime-Equivalent
Dit is de rekeneenheid waarmee de omvang van een functie kan worden uitgedrukt​

​1,0 fte = volledige werkweek = 36-40 uur 
0,1 fte = 1/10 deel van volledige werkweek = 1:10 * 40 = 4 uur​ 
0,6 fte = 6/10 deel van volledige werkweek = 6:10 * 40 = 24 uur​ 
0,9 fte = 9/10 deel van een volledige werkweek = 9:10 * 40 = 36 uur

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
7 mensen die werken 2 dagen per week
4 mensen die werken 5 dagen per week
8 mensen die werken 3 dagen per week
21 mensen die werken 4 dagen per week

Slide 18 - Open vraag

Uitleg
2 dagen p.w. = 16 uur = 0,4 fte dus 7 * 0,4 fte = 2,8 fte
5 dagen p.w. = 40 uur = 1,0 fte dus 4*1,0 fte = 4,0 fte
3 dagen p.w. = 24 uur = 0,6 fte dus 8*0,6 fte = 4,8 fte
4 dagen p.w. = 32 uur = 0,8 fte dus 21*0,8 fte = 16,8 fte

2,8 + 4,0 + 4,8 + 16,8 = 28, 4 fte

Slide 19 - Tekstslide

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
4 mensen die werken 3 om 4 dagen per week
6 mensen die werken 1 dag per week
12 mensen werken 5 dagen per week
5 mensen die werken 3 dagen per week

Slide 20 - Open vraag

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
8 mensen die werken 4 dagen per week
9 mensen die werken 5 dagen per week
13 mensen die werken 2 dagen per week
6 mensen die werken 4 om 5 dagen per week

Slide 21 - Open vraag

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
7 mensen die werken 3 dagen per week
11 mensen die werken 5 dagen per week
9 mensen die werken 2 om 3 dagen per week
5 mensen die werken 4 dagen per week

Slide 22 - Open vraag

Hoe weet je hoeveel medewerkers je per dag nodig hebt?
Het mogelijke doel kan bijvoorbeeld zijn: de gewenste te behalen omzet​ per dag
Gegeven:​ 
1 werkdag = 8 uur​ 
Productiviteit van 1 medewerker is : € 1000,- per werkdag = € 125,- per uur​

Voorbeeld:
Je wilt als reisbureau € 3000,- per dag omzetten

Berekening aantal benodigde medewerkers:
€ 3000,- : € 125,-p/u = 24 uren nodig om € 3.000,- om te zetten​
24 uur : 8 uur = 3,0 medewerkers = 3,0 fte​ per dag

Slide 23 - Tekstslide

Gegeven:
1 dag = 8 uur
1 week = 7 dagen
1 maand = 4 weken
1 jaar = 52 weken / 12 maanden 

Slide 24 - Tekstslide

Let op!
In de realiteit moet je ook rekening houden met de vraag om extra fte!​

- Verlof van medewerkers​ 
- Ziekte van medewerkers​
- Aantal werkplaatsen​
- Werkzaamheden die geen omzet opleveren (bv schoonmaken magazijn)​
- Extra koopzondagen​

Slide 25 - Tekstslide