Stijlfouten

Leg je boek en je schrift op tafel. 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leg je boek en je schrift op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je in de vakantie gedaan? Gebruik in je beschrijving minstens twee bijvoeglijke bepalingen.

Slide 2 - Woordweb

Vandaag:

- indeling boekopdracht
- H. 42 Stijlfouten
Je leert zinnen zonder stijlfouten maken. 

Slide 3 - Tekstslide

Groepje 1: Abdelilah, Amin, Sami, Salim
Groepje 2: Rivolino, Efe, Hüseyin, Miloud
Groepje 3: Natali, Dilay, Gabriela, Sara
Groepje 4: Rojda, Sughra, Soumaya, Maya
Groepje 5: Michael, Owais, Omar, Omar, Marwa
Groepje 6: Safouane, Yassine, Khalid, Arjen

Laat woensdag weten welk boek jullie hebben gekozen. https://niveautest.12-15.jeugdbibliotheek.nl/
Leen allemaal zo snel mogelijk een exemplaar. 

Slide 4 - Tekstslide

Dinsdag 19 december
- Lezen
- Introductie onderwerp stijlfouten
- Zelfstandig werk + bespreken
- Werken aan boekpresentatie



Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen

Je leert de volgende stijlfouten herkennen:
- contaminatie
- pleonasme en 
- tautologie.

Slide 6 - Tekstslide

Stijlfouten
Wanneer je taal gebruikt maak je wel eens fouten. Het kan zijn dat je een stijlfiguur verkeerd gebruikt. Dat noem je een stijlfout. Er is een aantal bekende stijlfouten.

- contaminatie = bijv. overnieuw
- pleonasme = bijv. witte sneeuw
- tautologie = bijv. gratis en voor niets

Slide 7 - Tekstslide

Pleonasme
Bij een pleonasme benadruk je een begrip door een ander woord, van een andere woordsoort, te gebruiken. 

Soms is een pleonasme expres gebruikt, als stijlfiguur, dan benadruk je de betekenis. Wanneer het per ongeluk is, dan heet het een stijlfout.
Voorbeelden: witte sneeuw (bn + zn) /ronde cirkel (bn+ zn)

Slide 8 - Tekstslide

Tautologie
Bij een tautologie gebruik je twee woorden van dezelfde woordsoort. 
Dat kan als stijlfiguur, dat is vaak het geval bij ingeburgerde combinaties (zoals in rep en roer).
Maar het kan ook een stijlfout opleveren, zoals:
bont en blauw (bn + bn) / verheugd en blij (bn + bn).

Slide 9 - Tekstslide

Contaminatie
Bij een contaminatie ‘besmet’ je wat je zegt door twee woorden of uitdrukkingen te mengen. 

Ik telefoneer je straks op. (opbellen/telefoneren)
Iemand op zijn blauwe ogen vertrouwen. (blauwe ogen geloven/in goed vertrouwen)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 12 - Tekstslide

voor eeuwig en altijd
A
contaminatie
B
barbarisme
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 13 - Quizvraag

de ronde cirkel
A
contaminatie
B
barbarisme
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 14 - Quizvraag

dat kost duur
A
contaminatie
B
barbarisme
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 15 - Quizvraag

een houten boomstam
A
contaminatie
B
barbarisme
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 16 - Quizvraag

Maak opdracht 2 en 3 (blz. 104 - 105).

Je mag fluisterend met je buur overleggen.
 

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide