Spelling - Korte en lange klanken

Korte en lange klanken
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Korte en lange klanken

Slide 1 - Tekstslide

Doel

  • Je kunt woorden met een korte/lange klank goed schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Korte klank
Woorden met een korte klank, houden die korte klank als je ze langer maakt. --> zelfde medeklinker toevoegen

rem -->     e= korte klank, dus remmen

zit -->         i= korte klank, dus zitten

bus -->      u= korte klank, dus bussen

Slide 3 - Tekstslide

Lange klank
Woorden met een lange klank, houden die lange klank als je ze langer maakt. --> klinker weghalen.

school -->       o= lange klank, dus scholen

raam -->           a= lange klank, dus ramen 

muur -->           u= lange klank, dus muren

Slide 4 - Tekstslide

lesuuren / lesuren
A
lesuuren
B
lesuren

Slide 5 - Quizvraag

appelbomen / appelboomen
A
appelbomen
B
appelboomen

Slide 6 - Quizvraag

kipen / kippen
A
kipen
B
kippen

Slide 7 - Quizvraag

straaten/ straten
A
straaten
B
straten

Slide 8 - Quizvraag

paardenst...en
A
al
B
all

Slide 9 - Quizvraag

melkfl...en
A
es
B
ess

Slide 10 - Quizvraag

lantarenp...en
A
al
B
aal

Slide 11 - Quizvraag