H4.3 B1HV Schakelingen gemengd

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H4.1 t/m H4.3
  2. Nieuw: Uitleg H4.3 Gemengde schakeling
  3. Crack the Circuit
  4. Practicum: Proef 5
  5. Practicum: Proef 6
  6. Practicum: Proef 7
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we deze les doen?
  1. Herhaling: H4.1 t/m H4.3
  2. Nieuw: Uitleg H4.3 Gemengde schakeling
  3. Crack the Circuit
  4. Practicum: Proef 5
  5. Practicum: Proef 6
  6. Practicum: Proef 7

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen H4.3
  1. Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
  2. Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
  5. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt.
  6. Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de eenheid voor spanning?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 4 - Quizvraag

Met welke letter geven we de stroomsterkte aan?
A
V
B
O
C
W
D
I

Slide 5 - Quizvraag

Stroomsterkte
I = 3 A
of
I = 3000 mA

Slide 6 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 7 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.

Slide 8 - Tekstslide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de stroomsterkte in punt F?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
3 A

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt C?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
6 A

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt K?
A
400 mA
B
650 mA
C
500 mA
D
350 mA

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt K?
A
100 mA
B
350 mA
C
500 mA
D
200 mA

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
100 mA
B
250 mA
C
550 mA
D
450 mA

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

https://universeandmore.com/crack-the-circuit/

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt uitleggen wat een wisselschakeling is en hoe wisselschakelaars werken. (PLUS)
Een wisselschakeling

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling
  • Welke lampjes zijn parallel geschakeld?

Slide 19 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling
  • Waarom branden de lampjes 1 en 2 feller dan de lampjes 3, 4 en 5?

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling
  • Waarom gaan alle lampjes even fel branden als je lampje 3 losdraait?

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling
  • Gegeven is dat de batterij een stroom van 0,30 A levert.
Hoe groot is dan de stroom door de vijf afzonderlijke lampjes?

Slide 22 - Tekstslide

Je kunt beschrijven waaruit een gemengde schakeling bestaat. (PLUS)
Gemengde schakeling

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 27 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open vraag

Voor volgende week
  1. Maken: Test jezelf van H4.1, H4.2 en H4.3
  2. Oefenen: met alle flitskaarten

Slide 29 - Tekstslide