ordinals

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ordinal numbers

Slide 3 - Tekstslide

Ordinal numbers

Rangtelwoorden 

Maar wat zijn rangtelwoorden?


Slide 4 - Tekstslide

Ordinal numbers

Rangtelwoorden gebruik je om aan te geven op welke plek (rang) iets of iemand staat. 




Slide 5 - Tekstslide

Ordinal numbers

eerste - 1e
tweede - 2e
derde - 3e
vierde - 4e
vijfde - 5e 




Slide 6 - Tekstslide

Rangtelwoorden

eerste - 1e
tweede - 2e
derde - 3e
vierde - 4e
vijfde - 5e 
Ordinal numbers

first - 1st 
second - 2nd 
third - 3rd 
fourth - 4th 
fifth - 5th  

Slide 7 - Tekstslide

Regel
Om een rangtelwoord in het Engels te schrijven is er één regel (met wat uitzonderingen)



Slide 8 - Tekstslide

Regel
Om een rangtelwoord in het Engels te schrijven is er één regel (met wat uitzonderingen)

plak 
-th 
achter het nummer 

Slide 9 - Tekstslide

plak
-th
achter het nummer



four --> fourth --> 4th
eight --> eighth --> 8th 
fifteen --> fifteenth --> 15th
Uitzonderingen:

one --> first --> 1st 
two --> second --> 2nd 
three --> third --> 3rd 

nine --> ninth --> 9th 
twelve --> twelfth --> 12th 
twenty --> twentieth - 20th

Slide 10 - Tekstslide

How do you write:

4th
A
Forth
B
Fourth
C
Fort
D
fworth

Slide 11 - Quizvraag

How do you write:

1st
A
first
B
oneth
C
firth
D
onth

Slide 12 - Quizvraag

How do you write:

9th
A
nineth
B
nine
C
nith
D
ninth

Slide 13 - Quizvraag

How do you write:

15th
A
fifteenth
B
fivetheen
C
fiveteenth
D
fiftieth

Slide 14 - Quizvraag

How do you write:

22nd
A
twenty-twoth
B
twentieth-two
C
twenty-second
D
twentieth-twoth

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Vertaal:

Kwart voor drie

Slide 28 - Open vraag

Vertaal:

Half zes

Slide 29 - Open vraag

Vertaal:

tien voor half twaalf

Slide 30 - Open vraag

Vertaal:

vijf uur

Slide 31 - Open vraag

Vertaal:

kwart over negen

Slide 32 - Open vraag