De Gouden Eeuw (1588-1648)

De Gouden Eeuw (1588-1648)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Gouden Eeuw (1588-1648)

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les: kunnen uitleggen waardoor er in  de Republiek een Gouden Eeuw ontstond.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk van de Gouden Eeuw in de Republiek?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Stadhouder en landsadvocaat (raadspensionaris)





De Regenten verdeelden de macht onderling.

Er bleven twee machthebbers:

Stadhouder: opperbevelhebber van het Staatse leger (maar uiteindelijk 1 stadhouder dus eigenlijk landelijk leger), mocht regenten aanstellen. Gewesten kozen telkens een Oranje.
Landsadvocaat/Raadpensionaris van Holland: adviseur Hollandse Staten, voorzitter van de Staten en vertegenwoordiger van Holland in de Staten Generaal.
In de praktijk politiek leider van de Republiek.

De Stadhouder heeft meer macht in tijden van oorlog (opbrengst, baantjes verdelen etc.), de landsadvocaat wil liever vrede voor bevordering van de handel (oorlog: moeizaam vervoer en afsluitingen).

Slide 6 - Tekstslide

Conflict tussen Maurits van Oranje en Johan van Oldenbarnevelt:
tot 1609 goed samengewerkt maar tijdens twaalfjarig bestand tussen Spanje en de Republiek ontstonden er religieuze en politieke tegenstellingen.

2 vragen 2 verschillende meningen!

1. Hoe streng moet de gereformeerde calvinistische leer zijn?

Maurits-stadhouder:

 1.Heel streng. (contraremonstranten)
2. Ja, de oorlog moet hervat worden.
2. Moet na het bestand de oorlog met Spanje hervat worden?

Johan- raadspensionaris:

1.Minder streng. (remonstranten)
2.Nee, de oorlog moet niet hervat worden.





Slide 7 - Tekstslide

Economische groei. DE GOUDEN EEUW

1576 Holland en Zeeland hebben geen last meer van 80 jarige oorlog.

-> waarom daar economische groei en welvaart?:


Handel Holland en Oostzeegebied (moedernegotie = alle andere handel en nijverheid is daaruit ontstaan)
Nederlandse zeegewesten hadden geen feodale traditie (boeren niet afhankelijk van de adel) en konden producten verkopen in de steden en zich specialiseren op tuinbouw, vlees, zuivel of gewassen voor de nijverheid. (hennep, koolzaad)
Handel Oostzeegebied en specialisatie landbouw stimuleerde ook weer de handel en nijverheid zoals de scheepsbouw in de Zaanstreek.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Economisch beleid

Bijzondere positie:

 - de Republiek lag tussen koninkrijken.

Deze koningen wilde absolutisme (centralisatie) -> geld nodig -> daar gebruikte zij de handel voor. Handelsbelangen hielden de vorsten geen rekening mee.

In de Republiek was ook geld nodig om oorlog te kunnen voeren maar tegelijk stonden ook de handelsbelangen voorop.

Oprichting VOC in 1602 -> om de concurrentie tussen kooplieden te verminderen en de winsten weer te laten stijgen. Voc kreeg het monopolie op de handel in Azië.

Slide 10 - Tekstslide

Centrum van de wereldhandel en het einde van de Gouden Eeuw. Holland en Zeeland werden het centrum van de wereldhandel, omdat:
Ze handelden met het Oostzeegebied, Azië, Afrika en Amerika.
Landbouw en nijverheid bloeiden op.
Er ontstond ook een markt voor luxegoederen -> boeken en ander drukwerk maar ook een grote vraag naar schilderkunst.

De Republiek was het rijkste en welvarendste land van Europa.

Veranderingen: na 1648, Vrede van Münster, kwamen Engeland en Frankrijk op als grote mogendheden. Ze bedreigden de positie van de Republiek steeds meer.

Republiek tussen 1652-1672 drie keer in oorlog met Engeland en tussen 1672-1713 drie langdurige oorlogen met Frankrijk.



Slide 11 - Tekstslide

Gevolg: Door deze oorlogen en de wet van de remmende voorsprong (weinig stimulans om verdere verbeteringen of vooruitgang te zoeken) kwam er geleidelijk een eind aan de Gouden Eeuw.

1672 Rampjaar: Frankrijk, Engeland en de bisdommen Keulen en Münster vallen de Republiek aan.

Slide 12 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Staten Generaal
  • Staten
  • Stadhouder
  • Raadspensionaris
  • Contraremonstranten
  • Remonstranten
  • Moedernegotie
  • Feodale traditie
  • VOC
  • Monopoliepositie

Slide 13 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Maurits van Oranje
  • Johan van Oldenbarnevelt
  •  Regenten

Slide 14 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1609 12 jarig bestand
  • 1580 Val van Antwerpen
  • 1588 de Republiek ontstaat
  • 1602 VOC
  • 1672 Rampjaar

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag